Terugblik 2019

Zondag 21 april 2019 : Paasontbijt

  • Voor de 4e keer op rij mochten we weer van een uitgebreid paasontbijt genieten bij Dirk van ’t Eiland.  Die paaszondag was het opnieuw schitterend en stralend weer.  Zonovergoten en onder een staalblauwe lucht mochten de attracties van de Paasfoor nog even soezen voordat de rumoerige meute weer op kwam dagen en het gedaan was met de rust.

    In tegenstelling tot vorige jaren, waren de deelnemers voor ons paasontbijt beperkt tot 30 man.  Kwestie om het voor Dirk en zijn ploeg nog een beetje aangenaam te houden.  Inderdaad, dit keer had hij een aantal handige helpers opgetrommeld om de genodigden te verwennen.  Zo was er Aaron, un hombre muy simpatico, die een Spaanse toets gaf aan het ontbijt met zijn Spaanse omelet oftewel Tortilla’s met aardappelen en zijn onovertroffen tomatenspread op geroosterd brood.  Verder nog Achmed uit Pakistan die reeds 6,5 jaar in België is en die op een kalme en vriendelijke manier de gasten van koffie en andere dranken voorzag.  Sammetje kwam even later ook nog zijn opwachting maken en vroeg aan elke tafel of alles in orde was.  Jaja, Dirk weet zich wel te omringen met schoon volk!  Maar je kunt hem geen ongelijk geven.  En voor ons was dat ook leuk meegenomen 😉

    En dat buffet was weer om U tegen te zeggen: verschillende soorten kazen, hesp, allerlei soorten salades, gerookte zalm, ham, verschillende soorten brood, fruitsalades, yoghurts, ontbijtkoeken.  En dan natuurlijk niet te vergeten de Tortilla’s en tomatenspread van Aaron.

    De Liever Gelijkers verzamelden allemaal buiten in het zonnetje, voordat het sein werd gegeven om aan te vallen.  En we hebben het ons laten smaken!

    Wat wil je, in dergelijk aangenaam gezelschap en met zo’n uitgebreid ontbijt, vergeet je even alle zorgen en beslommeringen. Zeker als je er niet zelf voor moet zorgen.  We hebben toch zo’n tweetal uren aan de ontbijt- of liever brunchtafel mogen doorbrengen.

    Dan werd het tijd om de opgedane calorietjes weer te verbranden en om aan het tweede luik van onze paaszondag te beginnen.

    Maar niet voordat we Dirk voor zijn inzet in de bloemetjes, of liever drank, hadden gezet. Hij kreeg voor zijn moeite een (hopelijk) lekkere fles champagne (Piper-Heidsieck) cadeau. Het is een kleine geste tegenover de sponsoring waarmee Dirk ons elk jaar weer ondersteunt.  Hij doet de inkopen van al dat heerlijks, hij steekt zijn voorbereiding, zijn tijd erin, hij stelt zijn etablissement ter beschikking.   En dat allemaal belangeloos, gratis en voor niets.  Het is zijn manier om onze kas een beetje te ondersteunen.  De bijdrage van de leden gaat dan ook integraal naar Liever Gelijk, zodat dit op zijn beurt weer gebruikt kan worden om andere activiteiten te bekostigen.  Dit komt onze hele gemeenschap ten goede.  Ook al was je er niet bij, je plukt er later als Liever Gelijker sowieso de vruchten van.

    En dan werden we verwacht in devotere oorden.  René stond ons, verkleed als Lodewijk van Male, vroegere graaf van Vlaanderen, reeds op te wachten aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk.

    René ging ons een beetje toelichten over de geschiedenis van Kortrijk, maar dan gezien door een roze bril, met name “Homoseksualiteit in het ancien regime in Vlaanderen via Kortrijkse figuren en monumenten”.  Alleen Toontje had de hint begrepen en had voor de gelegenheid een roze “boy” aangetrokken en zich met een roze bril getooid.

    Sommigen onder ons hadden dit waarschijnlijk niet goed gelezen en dachten dat het ging over de geschiedenis van het Kortrijkse gayleven van de afgelopen decennia.  Maar spijtig genoeg en tot menige teleurstelling, was dit niet aan de orde van de dag.  De gaycafés in Kortrijk zijn alle verdwenen in de nevelen des tijds en slechts een personage die die tijd nog intens heeft meegemaakt, kan hierop “dieper” ingaan.  Maar dat is voor een andere gelegenheid.

    We werden dus opgewacht door de laatste graaf van Vlaanderen, Lodewijk van Male.  Hij maakte ons attent op de gravenkapel die op zijn initiatief was gebouwd om daar later ook begraven te worden.  Dat is er jammer genoeg niet van gekomen.  Lodewijk werd geboren op de feestdag van St.-Catharina, daarom heette de gravenkapel oorspronkelijk Sint-Catharina kapel.  Hij wou daar zijn praalgraf in onder brengen, maar werd later begraven in de Sint-Pieterskerk in Rijsel. Het  Catharinabeeld in albast, dat speciaal voor die kapel werd vervaardigd in opdracht van Lodewijk door de beeldhouwer André Beauneveu,  is een laat voorbeeld van 14de-eeuwse gotiek en is één van de pronkstukken van de gravenkapel en volgens René ook een van de mooiste gotische beelden uit de 14e eeuw.

    Lodewijk huwde Margaretha van Brabant.  Uit deze verbintenis werd slechts één dochter geboren, nl. Margareta van Male.  Blijkbaar was Lodewijk niet zo geïnteresseerd in dames, maar eerder in jonge knapen, in wiens gezelschap hij liever vertoefde.  Hij kleedde zich ook altijd opzichtig en naar de laatste mode.  Lodewijk van Male was de laatste, échte graaf van Vlaanderen, want door het huwelijk van Margareta van Male met Filips de Stoute, kwam Vlaanderen bij Bourgondië.

    Lodewijk slaagde er ook altijd in om de vrede te handhaven en te schipperen tussen de Franse en de Engelse koning om daar natuurlijk ook zijn profijt uit te halen door uitbreidingen van zijn eigen grondgebied.

    Dan gingen we de Onze-Lieve-Vrouwekerk binnen en begaven we ons rechtstreeks naar de doopkapel. Deze kerk werd in de 19e eeuw zoveel mogelijk terug gerestaureerd naar de oorspronkelijke vroeggotische stijl.   De doopkapel werd dan ook voorzien van een toch wel mooie neogotische doopvont, die indertijd zelfs nog op een tentoonstelling  in Brussel zou gestaan hebben.  In de 19e eeuw heeft men een hele reeks gebouwen in Kortrijk onder handen genomen, de Broeltorens, het Stadhuis, de Onze-Lieve-Vrouwekerk, de Gravenkapel en deze zoveel mogelijk in de gotische stijl “hersteld”.

    In de Gravenkapel waar we nog niet binnen konden wegens een receptie, staan alle Graven van Vlaanderen op de muren afgebeeld.

    Deze kerk heeft ook afgezien onder het Calvinistisch bewind in de 16e eeuw, met name tijdens de beeldenstrijd, waarbij vele beelden en kunstwerken, hetzij vernietigd, hetzij weggesleept werden. Daardoor dienden tijdens de Contrareformatie opnieuw beelden en schilderijen gezocht te worden om de kerk aan te kleden.  Het interieur werd ook aangepast aan de stijl van die tijd, nl. de Barok.  De gulden sporen die achteraan in de kerk ophangen, zijn kopieën van de oorspronkelijke die in 1482 door de Fransen zijn meegenomen bij de verovering van Kortrijk.

    René wees ons ook op een neogotische biechtstoel die de persoonlijke biechtstoel is geweest van Guido Gezelle, die hier in de 19e eeuw onderpastoor was en zoals algemeen geweten ook wel een voorliefde had voor jonge knapen, wat uit bepaalde van zijn gedichten zou blijken. Velen kwamen bij hem om te biechten aangezien hij gekend was voor zijn kleine penitenties.  En toen hij op rust ging, vond men dat zo jammer dat men hem deze persoonlijke biechtstoel schonk, zodat men bij hem als priester op rust kon blijven te biecht gaan.  Op die manier verzamelde Guido Gezelle ook vele West-Vlaamse uitdrukkingen en had hij de gelegenheid om de rijke West-Vlaamse woordenschat te noteren tijdens zijn “spreekuren”.

    In de kerk rust ook een relikwie van het Heilig Haar, dat Filips van den Elzas tijdens de derde kruistocht meebracht.  Vroeger ging dan ook jaarlijks de Heilig-Haarprocessie uit in Kortrijk.

    Nadien verder naar de Sint-Maartenskerk, lang de enige parochiekerk van Kortrijk.  De Onze-Lieve-Vrouwekerk was een kapittelkerk (enkel voor kanunniken en hun familie).  We stonden even stil bij Onze Lieve Vrouw van de Hazelaar. Het beeld werd vanuit de kapel van de Hazelaar naar de Sint-Maartenskerk overgebracht nadat de kapel getroffen was door een kanonskogel, maar wonder boven wonder bleef het beeld onbeschadigd.  De kanonbal die men hieronder hing, wordt nu wijselijk bewaard in de sacristie, omdat deze verschillende keren gestolen is geweest.

    René vernoemde daar ook de bekende Kortrijkse schilder Roelandt Savery die hofschilder werd aan het hof van Praag en blijkbaar intieme maatjes was met keizer Rudolf II.  De lijfspreuk van Savery was dan ook: “Niets beter dan een ongetrouwd leven.”

    Nadien verder over de Grote Markt, waar de Paasfoor weer tot leven was gekomen.  Speciaal voor ons had René de sleutel van het Stadhuis op de kop weten te tikken.

    Het Stadhuis is opgetrokken in de overgangsstijl Laatgotiek-Renaissance. De voorgevel is versierd met de beelden van de Graven van Vlaanderen. In het stadhuis bevinden zich de prachtige schepenzaal en de raadzaal met 16de-eeuwse gebeeldhouwde schouwen.

    Eerst bezochten we de historische Schepenzaal, de Vierschaar.  In deze zaal spraken de schepenen recht tot in 1787.  Tegenwoordig dient ze als trouwzaal en voor plechtige ontvangsten.

    Op de gotische schouw bevinden zich dan ook allerlei afbeeldingen die met de rechtspraak te maken hadden. In het midden staat een beeld van Onze Lieve Vrouw, het zinnebeeld van de Wijsheid. Er zijn ook muurschilderingen (van Godfried Guffens en Jan Swerts) uit 1875 met historische taferelen en glasramen met de wapens van Kortrijk.

    De Raadzaal op de eerste verdieping heeft een zandstenen schoorsteenmantel (van 1527) met allegorische figuren (gerechtigheid  en vrede) en centraal een beeld van Keizer Karel.

    Dit stenen kantwerk is zeker één van de mooiste pronkstukken van het Kortrijkse stadhuis.

    René wees ons daar ook op afbeeldingen van Sodom en Gomorra op de rechterkant van de schouw. En daarboven tegen het plafond een afbeelding van Hercules in een vrouwenkleed.

    We hadden nu genoeg kennis over Kortrijk en zijn historische figuren, wel dan niet met een voorliefde voor jonge knapen, opgedaan en togen terug naar de Grote Markt. Daar sloot René zijn betoog nog heel toepasselijk af met een stukje uit Dien Avond en die Rooze van Guido Gezelle, opgedragen aan Eugeen van Oye. Daarop kreeg hij een dankbaar applaus van de omstaanders.

    Nadien verzamelden we weer, zoals vorig jaar, in Café West-Vlaanderen, waar we tussen pot en pint de wederwaardigheden van die dag bespraken.

    Het valt wel op dat op zulke momenten je weer meer met elkaar kunt bezig zijn en dat dan, wat er echt in iemand leeft, wel es naar boven komt drijven.  En dat is inderdaad weer de essentie van onze vereniging, het samen zijn met elkaar, een klankbord vinden bij elkaar en dan ook je zelf kunnen zijn.

    Hebben we Dirk al bedankt, mogen we zeker niet nalaten om René ook een applausje te geven.  Het was zijn eerste echte gidsbeurt voor een kritisch publiek.  Het heeft hem waarschijnlijk veel bloed, zweet en tranen gekost, maar hij heeft het overleefd.

    Proficiat!

Zondag 24-03-2019 : La Cucaracha

  • Die zondagnamiddag maakten 24 toneelliefhebbers van Liever Gelijk en aanverwanten hun opwachting in de theaterzaal aan het zonovergoten Ledebergplein in Gent.

    Alhoewel de wekelijkse zondagsmarkt juist achter de rug was, hing er nog een gezellige drukte en bleven we buiten nog een beetje van het zonnetje genieten.

    Tegen drieën was het tijd om naar binnen te gaan.  Eddy verwelkomde ons helemaal uitgedost als zijn personage Flo en leidde ons naar de gereserveerde tafeltjes.  Er waren er niet veel die neen zeiden tegen het aangeboden cavaatje.

    En toen begon het toneel.  We maakten kennis met tante Roza, een rasechte Gentse die niet op haar mondje gevallen was, met haar nichtje die zwanger bleek te zijn van een echte spetter, Jelle, gespeeld door de niet te versmaden Hakim Lasri.  We mochten hem al dadelijk in zijn marcelleke bewonderen.

    Nonkel Alfonso staat erop om zijn toekomstige schoonfamilie te leren kennen, maar hij weet niet dat Jelle de zoon is van Michou die samen met zijn kompane Flo (onzen Eddy) een travestieclub runt met loverkamertjes boven.  Iedereen wringt zich in allerlei bochten en personages, want nonkel Alfonso heeft het niet zo begrepen op homo’s.  Op een gegeven moment heeft onze Jelle zelfs drie moeders rondlopen.  Ook de diensters van de club vormden een ludiek triootje, helemaal overgewaaid uit Polen voor “dienstenseks”.

    Het was mooi om te zien hoe de overgangen tussen de verschillende scènes opgevuld werden met “tussenspel” van de acteurs.  Jelle die zich in het halfduister mocht omkleden, tante Rosa die reclame maakte voor haar toneel “uut ’t leven gegrepen”…  Eigenlijk vond ik haar wel een beetje de ster van de avond (sorry Eddy), want ze kon de aandacht van het publiek op een heel natuurlijke manier vasthouden.

    En als tussendoortje had je nog optredens van een échte travestiet,  Chichi Larou als “special guest”, die met haar flamboyante nummertjes een extra cachet gaf aan het toneelstuk.  Ook Eddy liet zich niet onbetuigd en we mochten zijn danskunsten bewonderen in een paar “finales”.

    Eind goed al goed.  Nonkel Alfonso moest zijn homofobie maar vergeten, de dode “Cucaracha” die tijdens het liefdespel “gestorven” was en die men in een diepvriezer had gestopt, liep nadien levend en wel en bovendien nog poedelnaakt rond op de parking. En Jelle was niet de zoon van Michou maar wel van Flo, want anders was hij verliefd op zijn nichtje.

    Inderdaad, “uut ’t leven gegrepen…”

    Na afloop mochten de Liever Gelijkers die nog overgebleven waren in de zaal, op de Bühne komen voor een groepsfoto samen met de vedette van die namiddag, onzen Eddy!

    Ik denk dat iedereen veel plezier heeft gehad aan deze voorstelling en dat dit zeker voor herhaling vatbaar is!

Zondag 10-03-2019 : Koffiebranderij Grymonprez

  • Stormy weather, inderdaad het was stormweer die dag en niet alleen in de Stormestraat in Waregem.  Een ideaal weertje om gezellig op de koffie te gaan bij Frida en Elsie.

    Moeder en dochter hadden de lange tafel reeds gedekt toen we bij hen onze opwachting mochten maken.  Er hadden zich 25 man ingeschreven en 21 man trotseerden het gure stormweer en waren op het appel.  Moeder Frida bleef wijselijk achter de toog staan om die hele bende in het oog te houden en Elsie mocht ons wegwijs maken in de edele kunst van het koffiebranden.

    De tafel was fantastisch mooi gedekt: voor iedereen een bordje met koekjes en versnaperingen, met als toemaatje een potje honing met het fotootje van moeder Frida als aandenken.

    En zo begon Elsie haar betoog.  Zij heette ons allemaal welkom in de winkel die 60 jaar geleden begonnen werd door haar moeder.  Zij was toen twintig jaar en staat nu nog altijd in de winkel.

    Spijtig genoeg kon Elsie die dag geen demonstratie geven van de koffiebrandmachine.  Het risico was te groot met de stormwinden buiten.

    Elsie liet ons eerst proeven van een kopje koffie.  Het was een eigen blend, niet te zacht, maar ook niet te sterk. 100% Arabica. Er wordt hier niets anders gebrand, dus geen Robusta koffie.  In Robusta koffie zit er veel meer cafeïne.

    Voor de niet-koffiedrinkers had Elsie een lekkere kersenthee of een fruitsapje, appel met gember, maar ze waarschuwde ervoor dat het sapje een beetje straf zou zijn 😉

    Arabicabonen kun je daaraan herkennen dat het mooie gelijke boontjes zijn met een naadje in ’t midden. Elsie liet een heel aantal zakjes zien met koffiebonen van uiteenlopende origine.  Je had er van de Galapagoseilanden, van Ecuador, Guatemala, Costa Rica, Ruanda, Kenia, Brazilië, dat is het grootste koffieland …   Maar ja, opperde iemand, ze hebben toch allemaal een spleetje. Dat klopt, zei Elsie, maar bij de Arabicaboon heb je het mooiste spleetje …

    De wereldproductie komt voor 99% van twee soorten koffieplanten: de Coffea Arabica (of Arabica) en de Coffea Canepohra (of Robusta).

    De vrucht van een koffieplant is de koffiebes. De koffiebes bestaat uit een schil, vruchtvlees, pergamino (harde schil die koffieboon beschermt) en meestal twee koffiebonen.

    De koffie die we proefden was dus een eigen blend van Elsie.  Zij stelt zelf de blends samen, zoals ook die van Koffie met een hart, of het Waregems Duiveltje, allemaal eigen “recepten” of blends.

    David, die onlangs nog in Ethiopië was, vroeg of zij ook koffie van ginder had, maar daar moest Elsie passen.  Bonen uit India had Elsie ook nog liggen, sinds vrij recent, moessonkoffie.

    Voordat de koffie verscheept wordt naar hier, noemt men dit “Pergaminokoffie”.  Dat is koffie met de harde schil er nog rond, dit is om de stoffen binnenin beter te bewaren.

    Juist voor het verschepen wordt het pelletje daar af gedaan. Iemand vroeg of het de pelletjes waren die na het branden beneden in de machine vallen? Nee, nee zei Elsie, dat is nog een ander pelletje. De insinuaties van besneden koffie en  pelletjes vlogen ons rond de oren, waarschijnlijk begon de cafeïne zijn werk te doen 😉   Natuurlijk wist Elsie dat we niet van de voetbalbond waren en ze moest er zelf hartelijk om lachen.

    Elsie zei dat ze hier elke dag koffie brandt. Nu liet ze ons proeven van het Waregems Duiveltje, inderdaad straffe koffie. Zij liet ons een flyer zien van de Efico Foundation waarmee zij ook samenwerkt.  De Efico Foundation werd 15 jaar geleden opgericht.  Deze wordt ook gesteund door de Koning Boudewijnstichting. Samen met geëngageerde koffiebranders probeert men positieve veranderingen in koffieproducerende landen teweeg te brengen, met specifieke aandacht voor kennisoverdracht, onderwijs, klimaatsverandering en hoger inkomen voor de koffieboeren.

    Koffie is ook een beetje, ik zou niet zeggen “maffia”, zei Elsie, maar er is ook veel geld mee gemoeid.

    Dan kwam het thema van de duurste koffie aan bod, nl. de koffiebonen die verzameld en gebrand worden, nadat ze door het darmkanaal van een civetkatachtige zijn gegaan, de Kopi Loewak (Kopi is Indonesisch voor koffie en Loewak de lokale naam van de civetkatachtige).  Elsie had daar ook een mooie afbeelding van.

    Maar in het echt is dat een heel ander verhaal, zei Elsie.  Die katachtige leeft normaal gezien in het wild en is verlekkerd op koffie.  Ze worden echter gevangen, zitten in kleine kooitjes en krijgen de slechtste soorten koffiebonen. Dus aan Elsie moet je niet vertellen dat dit goeie koffie is…

    Dan sneed Elsie het gebruik van koffiecapsules aan, die van Nespresso bv, met George Clooney als model. Elsie verstond wel dat we daar wel een boontje voor hadden, ’t is immers ne schone vent, maar ja, die capsules zijn gemaakt van aluminium. En aluminium heeft een nefaste uitwerking op het brein.  Je wordt er eigenlijk dom van.  Daarom is koken in aluminium potten ook niet aan te raden. We kennen die kookpotten nog allemaal uit onze jonge tijd.

    Om de koffiesmaken een beetje weg te spoelen, trakteerde Elsie ons nog op een dreupel Elixir de Roulers (van Roeselare) en dat in antieke glazekes.  Dat ging goed binnen 😉

    Aangezien de winkel niet zo groot is, ligt de koffie van Elsie allemaal gestockeerd in Zeebrugge (in een grote, groene hangar!).  De koffie ligt daar dus op contract, op afroep, gelijk ze zeggen.  Elsie probeert ook zo te werken, dat alle soorten altijd beschikbaar zijn.  Er liggen nu een 8-tal soorten Arabica’s, d.w.z. van verschillende origine.

    Voor het branden weegt Elsie 12 kilo bonen af en dat gaat van boven in de machine.  Als de machine 200° Celsius heeft, gaat de koffie erin, de temperatuur zakt en dan wordt er gebrand tussen de 180° en 200°, niet meer.  Dat duurt ongeveer een klein halfuurtje.  En dan is ie klaar.

    Tijdens het branden (er zitten 8 gasbranders op), draait de koffie op een rustige manier.  Nadien wordt de klep van de brander geopend en worden de koffiebonen een beetje lager gedeponeerd in een opvangtrommel om af te koelen waarbij de bonen ook langzaam gedraaid worden.  De laatste pelletjes worden dan naar beneden gezogen. Er gaat dus 12 kg rauwe koffie in de machine, en  na het branden blijft er nog 10 kg over.

    We mochten eens wat dichter gaan kijken naar de koffiebrandmachine.  Daarnaast stonden verschillende zakken met koffiebonen gestockeerd in juten zakken, telkens met mooie opdrukken van de herkomst.   David vroeg of alle koffie moest gebrand worden.  Elsie bevestigde dat, je hebt ook koffie van rauwe bonen, zei ze, en dat zou goed zijn om te vermageren.

    Gebrande koffiebonen worden op den duur taai.  Als je dus vettige koffiebonen ziet, dan is dat oude koffie.  De olie komt uit de boon en dat is een teken dat dat een oud boontje is.  Je moet de bonen dus zo kort mogelijk na het branden malen en gebruiken.

    Er staat hier ook nooit gemalen koffie, dat zijn allemaal bonen.  Er wordt enkel gemaald als de klant gemalen koffie komt kopen.  Op de vraag hoe dat nu zit met gedecafeïneerde koffie, vertelde Elsie dat ze enkel werkt met CO2 gedecafeïneerd. Decafeïneren met CO2 is een compleet chemievrij procédé: alleen zuiver water en koolstofdioxide komen in aanraking met de koffie. CO2 is een compleet natuurlijke en inerte substantie die bovendien volledig verdampt.

    Nadien keek iedereen nog een beetje rond wat de winkel allemaal te bieden heeft.  Velen lieten zich verleiden om hier en daar een pakje koffie, thee of koekjes te kopen.

    En zo eindigde een hele leuke en leerzame namiddag in het gezelschap van Elsie en Frida. Zo zie je maar dat je nooit te oud bent om nog iets bij te leren.  Achteraf hoorden we dan ook niets dan positieve reacties op de gezellige uiteenzetting van Elsie en op het warme onthaal in hun winkel.

    Ging de ene helft van de bende weer naar huis, trok de andere helft naar De Gilde in de schaduw van de kerk in Waregem om al die koffie met een biertje nog eens door te spoelen.

    Ook daar werden we heel vriendelijk ontvangen en geef nu toe, het zicht achter de toog was ook een streling voor het oog 😉

    Tot een volgende!