Stormy weather, inderdaad het was stormweer die dag en niet alleen in de Stormestraat in Waregem. Een ideaal weertje om gezellig op de koffie te gaan bij Frida en Elsie.
Moeder en dochter hadden de lange tafel reeds gedekt toen we bij hen onze opwachting mochten maken. Er hadden zich 25 man ingeschreven en 21 man trotseerden het gure stormweer en waren op het appel. Moeder Frida bleef wijselijk achter de toog staan om die hele bende in het oog te houden en Elsie mocht ons wegwijs maken in de edele kunst van het koffiebranden.
De tafel was fantastisch mooi gedekt: voor iedereen een bordje met koekjes en versnaperingen, met als toemaatje een potje honing met het fotootje van moeder Frida als aandenken.
En zo begon Elsie haar betoog. Zij heette ons allemaal welkom in de winkel die 60 jaar geleden begonnen werd door haar moeder. Zij was toen twintig jaar en staat nu nog altijd in de winkel.
Spijtig genoeg kon Elsie die dag geen demonstratie geven van de koffiebrandmachine. Het risico was te groot met de stormwinden buiten.
Elsie liet ons eerst proeven van een kopje koffie. Het was een eigen blend, niet te zacht, maar ook niet te sterk. 100% Arabica. Er wordt hier niets anders gebrand, dus geen Robusta koffie. In Robusta koffie zit er veel meer cafeïne.
Voor de niet-koffiedrinkers had Elsie een lekkere kersenthee of een fruitsapje, appel met gember, maar ze waarschuwde ervoor dat het sapje een beetje straf zou zijn 😉
Arabicabonen kun je daaraan herkennen dat het mooie gelijke boontjes zijn met een naadje in ’t midden. Elsie liet een heel aantal zakjes zien met koffiebonen van uiteenlopende origine. Je had er van de Galapagoseilanden, van Ecuador, Guatemala, Costa Rica, Ruanda, Kenia, Brazilië, dat is het grootste koffieland … Maar ja, opperde iemand, ze hebben toch allemaal een spleetje. Dat klopt, zei Elsie, maar bij de Arabicaboon heb je het mooiste spleetje …
De wereldproductie komt voor 99% van twee soorten koffieplanten: de Coffea Arabica (of Arabica) en de Coffea Canepohra (of Robusta).
De vrucht van een koffieplant is de koffiebes. De koffiebes bestaat uit een schil, vruchtvlees, pergamino (harde schil die koffieboon beschermt) en meestal twee koffiebonen.
De koffie die we proefden was dus een eigen blend van Elsie. Zij stelt zelf de blends samen, zoals ook die van Koffie met een hart, of het Waregems Duiveltje, allemaal eigen “recepten” of blends.
David, die onlangs nog in Ethiopië was, vroeg of zij ook koffie van ginder had, maar daar moest Elsie passen. Bonen uit India had Elsie ook nog liggen, sinds vrij recent, moessonkoffie.
Voordat de koffie verscheept wordt naar hier, noemt men dit “Pergaminokoffie”. Dat is koffie met de harde schil er nog rond, dit is om de stoffen binnenin beter te bewaren.
Juist voor het verschepen wordt het pelletje daar af gedaan. Iemand vroeg of het de pelletjes waren die na het branden beneden in de machine vallen? Nee, nee zei Elsie, dat is nog een ander pelletje. De insinuaties van besneden koffie en pelletjes vlogen ons rond de oren, waarschijnlijk begon de cafeïne zijn werk te doen 😉 Natuurlijk wist Elsie dat we niet van de voetbalbond waren en ze moest er zelf hartelijk om lachen.
Elsie zei dat ze hier elke dag koffie brandt. Nu liet ze ons proeven van het Waregems Duiveltje, inderdaad straffe koffie. Zij liet ons een flyer zien van de Efico Foundation waarmee zij ook samenwerkt. De Efico Foundation werd 15 jaar geleden opgericht. Deze wordt ook gesteund door de Koning Boudewijnstichting. Samen met geëngageerde koffiebranders probeert men positieve veranderingen in koffieproducerende landen teweeg te brengen, met specifieke aandacht voor kennisoverdracht, onderwijs, klimaatsverandering en hoger inkomen voor de koffieboeren.
Koffie is ook een beetje, ik zou niet zeggen “maffia”, zei Elsie, maar er is ook veel geld mee gemoeid.
Dan kwam het thema van de duurste koffie aan bod, nl. de koffiebonen die verzameld en gebrand worden, nadat ze door het darmkanaal van een civetkatachtige zijn gegaan, de Kopi Loewak (Kopi is Indonesisch voor koffie en Loewak de lokale naam van de civetkatachtige). Elsie had daar ook een mooie afbeelding van.
Maar in het echt is dat een heel ander verhaal, zei Elsie. Die katachtige leeft normaal gezien in het wild en is verlekkerd op koffie. Ze worden echter gevangen, zitten in kleine kooitjes en krijgen de slechtste soorten koffiebonen. Dus aan Elsie moet je niet vertellen dat dit goeie koffie is…
Dan sneed Elsie het gebruik van koffiecapsules aan, die van Nespresso bv, met George Clooney als model. Elsie verstond wel dat we daar wel een boontje voor hadden, ’t is immers ne schone vent, maar ja, die capsules zijn gemaakt van aluminium. En aluminium heeft een nefaste uitwerking op het brein. Je wordt er eigenlijk dom van. Daarom is koken in aluminium potten ook niet aan te raden. We kennen die kookpotten nog allemaal uit onze jonge tijd.
Om de koffiesmaken een beetje weg te spoelen, trakteerde Elsie ons nog op een dreupel Elixir de Roulers (van Roeselare) en dat in antieke glazekes. Dat ging goed binnen 😉
Aangezien de winkel niet zo groot is, ligt de koffie van Elsie allemaal gestockeerd in Zeebrugge (in een grote, groene hangar!). De koffie ligt daar dus op contract, op afroep, gelijk ze zeggen. Elsie probeert ook zo te werken, dat alle soorten altijd beschikbaar zijn. Er liggen nu een 8-tal soorten Arabica’s, d.w.z. van verschillende origine.
Voor het branden weegt Elsie 12 kilo bonen af en dat gaat van boven in de machine. Als de machine 200° Celsius heeft, gaat de koffie erin, de temperatuur zakt en dan wordt er gebrand tussen de 180° en 200°, niet meer. Dat duurt ongeveer een klein halfuurtje. En dan is ie klaar.
Tijdens het branden (er zitten 8 gasbranders op), draait de koffie op een rustige manier. Nadien wordt de klep van de brander geopend en worden de koffiebonen een beetje lager gedeponeerd in een opvangtrommel om af te koelen waarbij de bonen ook langzaam gedraaid worden. De laatste pelletjes worden dan naar beneden gezogen. Er gaat dus 12 kg rauwe koffie in de machine, en na het branden blijft er nog 10 kg over.
We mochten eens wat dichter gaan kijken naar de koffiebrandmachine. Daarnaast stonden verschillende zakken met koffiebonen gestockeerd in juten zakken, telkens met mooie opdrukken van de herkomst. David vroeg of alle koffie moest gebrand worden. Elsie bevestigde dat, je hebt ook koffie van rauwe bonen, zei ze, en dat zou goed zijn om te vermageren.
Gebrande koffiebonen worden op den duur taai. Als je dus vettige koffiebonen ziet, dan is dat oude koffie. De olie komt uit de boon en dat is een teken dat dat een oud boontje is. Je moet de bonen dus zo kort mogelijk na het branden malen en gebruiken.
Er staat hier ook nooit gemalen koffie, dat zijn allemaal bonen. Er wordt enkel gemaald als de klant gemalen koffie komt kopen. Op de vraag hoe dat nu zit met gedecafeïneerde koffie, vertelde Elsie dat ze enkel werkt met CO2 gedecafeïneerd. Decafeïneren met CO2 is een compleet chemievrij procédé: alleen zuiver water en koolstofdioxide komen in aanraking met de koffie. CO2 is een compleet natuurlijke en inerte substantie die bovendien volledig verdampt.
Nadien keek iedereen nog een beetje rond wat de winkel allemaal te bieden heeft. Velen lieten zich verleiden om hier en daar een pakje koffie, thee of koekjes te kopen.
En zo eindigde een hele leuke en leerzame namiddag in het gezelschap van Elsie en Frida. Zo zie je maar dat je nooit te oud bent om nog iets bij te leren. Achteraf hoorden we dan ook niets dan positieve reacties op de gezellige uiteenzetting van Elsie en op het warme onthaal in hun winkel.
Ging de ene helft van de bende weer naar huis, trok de andere helft naar De Gilde in de schaduw van de kerk in Waregem om al die koffie met een biertje nog eens door te spoelen.
Ook daar werden we heel vriendelijk ontvangen en geef nu toe, het zicht achter de toog was ook een streling voor het oog 😉
Tot een volgende!