Voor de 4e keer op rij mochten we weer van een uitgebreid paasontbijt genieten bij Dirk van ’t Eiland. Die paaszondag was het opnieuw schitterend en stralend weer. Zonovergoten en onder een staalblauwe lucht mochten de attracties van de Paasfoor nog even soezen voordat de rumoerige meute weer op kwam dagen en het gedaan was met de rust.
In tegenstelling tot vorige jaren, waren de deelnemers voor ons paasontbijt beperkt tot 30 man. Kwestie om het voor Dirk en zijn ploeg nog een beetje aangenaam te houden. Inderdaad, dit keer had hij een aantal handige helpers opgetrommeld om de genodigden te verwennen. Zo was er Aaron, un hombre muy simpatico, die een Spaanse toets gaf aan het ontbijt met zijn Spaanse omelet oftewel Tortilla’s met aardappelen en zijn onovertroffen tomatenspread op geroosterd brood. Verder nog Achmed uit Pakistan die reeds 6,5 jaar in België is en die op een kalme en vriendelijke manier de gasten van koffie en andere dranken voorzag. Sammetje kwam even later ook nog zijn opwachting maken en vroeg aan elke tafel of alles in orde was. Jaja, Dirk weet zich wel te omringen met schoon volk! Maar je kunt hem geen ongelijk geven. En voor ons was dat ook leuk meegenomen 😉
En dat buffet was weer om U tegen te zeggen: verschillende soorten kazen, hesp, allerlei soorten salades, gerookte zalm, ham, verschillende soorten brood, fruitsalades, yoghurts, ontbijtkoeken. En dan natuurlijk niet te vergeten de Tortilla’s en tomatenspread van Aaron.
De Liever Gelijkers verzamelden allemaal buiten in het zonnetje, voordat het sein werd gegeven om aan te vallen. En we hebben het ons laten smaken!
Wat wil je, in dergelijk aangenaam gezelschap en met zo’n uitgebreid ontbijt, vergeet je even alle zorgen en beslommeringen. Zeker als je er niet zelf voor moet zorgen. We hebben toch zo’n tweetal uren aan de ontbijt- of liever brunchtafel mogen doorbrengen.
Dan werd het tijd om de opgedane calorietjes weer te verbranden en om aan het tweede luik van onze paaszondag te beginnen.
Maar niet voordat we Dirk voor zijn inzet in de bloemetjes, of liever drank, hadden gezet. Hij kreeg voor zijn moeite een (hopelijk) lekkere fles champagne (Piper-Heidsieck) cadeau. Het is een kleine geste tegenover de sponsoring waarmee Dirk ons elk jaar weer ondersteunt. Hij doet de inkopen van al dat heerlijks, hij steekt zijn voorbereiding, zijn tijd erin, hij stelt zijn etablissement ter beschikking. En dat allemaal belangeloos, gratis en voor niets. Het is zijn manier om onze kas een beetje te ondersteunen. De bijdrage van de leden gaat dan ook integraal naar Liever Gelijk, zodat dit op zijn beurt weer gebruikt kan worden om andere activiteiten te bekostigen. Dit komt onze hele gemeenschap ten goede. Ook al was je er niet bij, je plukt er later als Liever Gelijker sowieso de vruchten van.
En dan werden we verwacht in devotere oorden. René stond ons, verkleed als Lodewijk van Male, vroegere graaf van Vlaanderen, reeds op te wachten aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk.
René ging ons een beetje toelichten over de geschiedenis van Kortrijk, maar dan gezien door een roze bril, met name “Homoseksualiteit in het ancien regime in Vlaanderen via Kortrijkse figuren en monumenten”. Alleen Toontje had de hint begrepen en had voor de gelegenheid een roze “boy” aangetrokken en zich met een roze bril getooid.
Sommigen onder ons hadden dit waarschijnlijk niet goed gelezen en dachten dat het ging over de geschiedenis van het Kortrijkse gayleven van de afgelopen decennia. Maar spijtig genoeg en tot menige teleurstelling, was dit niet aan de orde van de dag. De gaycafés in Kortrijk zijn alle verdwenen in de nevelen des tijds en slechts een personage die die tijd nog intens heeft meegemaakt, kan hierop “dieper” ingaan. Maar dat is voor een andere gelegenheid.
We werden dus opgewacht door de laatste graaf van Vlaanderen, Lodewijk van Male. Hij maakte ons attent op de gravenkapel die op zijn initiatief was gebouwd om daar later ook begraven te worden. Dat is er jammer genoeg niet van gekomen. Lodewijk werd geboren op de feestdag van St.-Catharina, daarom heette de gravenkapel oorspronkelijk Sint-Catharina kapel. Hij wou daar zijn praalgraf in onder brengen, maar werd later begraven in de Sint-Pieterskerk in Rijsel. Het Catharinabeeld in albast, dat speciaal voor die kapel werd vervaardigd in opdracht van Lodewijk door de beeldhouwer André Beauneveu, is een laat voorbeeld van 14de-eeuwse gotiek en is één van de pronkstukken van de gravenkapel en volgens René ook een van de mooiste gotische beelden uit de 14e eeuw.
Lodewijk huwde Margaretha van Brabant. Uit deze verbintenis werd slechts één dochter geboren, nl. Margareta van Male. Blijkbaar was Lodewijk niet zo geïnteresseerd in dames, maar eerder in jonge knapen, in wiens gezelschap hij liever vertoefde. Hij kleedde zich ook altijd opzichtig en naar de laatste mode. Lodewijk van Male was de laatste, échte graaf van Vlaanderen, want door het huwelijk van Margareta van Male met Filips de Stoute, kwam Vlaanderen bij Bourgondië.
Lodewijk slaagde er ook altijd in om de vrede te handhaven en te schipperen tussen de Franse en de Engelse koning om daar natuurlijk ook zijn profijt uit te halen door uitbreidingen van zijn eigen grondgebied.
Dan gingen we de Onze-Lieve-Vrouwekerk binnen en begaven we ons rechtstreeks naar de doopkapel. Deze kerk werd in de 19e eeuw zoveel mogelijk terug gerestaureerd naar de oorspronkelijke vroeggotische stijl. De doopkapel werd dan ook voorzien van een toch wel mooie neogotische doopvont, die indertijd zelfs nog op een tentoonstelling in Brussel zou gestaan hebben. In de 19e eeuw heeft men een hele reeks gebouwen in Kortrijk onder handen genomen, de Broeltorens, het Stadhuis, de Onze-Lieve-Vrouwekerk, de Gravenkapel en deze zoveel mogelijk in de gotische stijl “hersteld”.
In de Gravenkapel waar we nog niet binnen konden wegens een receptie, staan alle Graven van Vlaanderen op de muren afgebeeld.
Deze kerk heeft ook afgezien onder het Calvinistisch bewind in de 16e eeuw, met name tijdens de beeldenstrijd, waarbij vele beelden en kunstwerken, hetzij vernietigd, hetzij weggesleept werden. Daardoor dienden tijdens de Contrareformatie opnieuw beelden en schilderijen gezocht te worden om de kerk aan te kleden. Het interieur werd ook aangepast aan de stijl van die tijd, nl. de Barok. De gulden sporen die achteraan in de kerk ophangen, zijn kopieën van de oorspronkelijke die in 1482 door de Fransen zijn meegenomen bij de verovering van Kortrijk.
René wees ons ook op een neogotische biechtstoel die de persoonlijke biechtstoel is geweest van Guido Gezelle, die hier in de 19e eeuw onderpastoor was en zoals algemeen geweten ook wel een voorliefde had voor jonge knapen, wat uit bepaalde van zijn gedichten zou blijken. Velen kwamen bij hem om te biechten aangezien hij gekend was voor zijn kleine penitenties. En toen hij op rust ging, vond men dat zo jammer dat men hem deze persoonlijke biechtstoel schonk, zodat men bij hem als priester op rust kon blijven te biecht gaan. Op die manier verzamelde Guido Gezelle ook vele West-Vlaamse uitdrukkingen en had hij de gelegenheid om de rijke West-Vlaamse woordenschat te noteren tijdens zijn “spreekuren”.
In de kerk rust ook een relikwie van het Heilig Haar, dat Filips van den Elzas tijdens de derde kruistocht meebracht. Vroeger ging dan ook jaarlijks de Heilig-Haarprocessie uit in Kortrijk.
Nadien verder naar de Sint-Maartenskerk, lang de enige parochiekerk van Kortrijk. De Onze-Lieve-Vrouwekerk was een kapittelkerk (enkel voor kanunniken en hun familie). We stonden even stil bij Onze Lieve Vrouw van de Hazelaar. Het beeld werd vanuit de kapel van de Hazelaar naar de Sint-Maartenskerk overgebracht nadat de kapel getroffen was door een kanonskogel, maar wonder boven wonder bleef het beeld onbeschadigd. De kanonbal die men hieronder hing, wordt nu wijselijk bewaard in de sacristie, omdat deze verschillende keren gestolen is geweest.
René vernoemde daar ook de bekende Kortrijkse schilder Roelandt Savery die hofschilder werd aan het hof van Praag en blijkbaar intieme maatjes was met keizer Rudolf II. De lijfspreuk van Savery was dan ook: “Niets beter dan een ongetrouwd leven.”
Nadien verder over de Grote Markt, waar de Paasfoor weer tot leven was gekomen. Speciaal voor ons had René de sleutel van het Stadhuis op de kop weten te tikken.
Het Stadhuis is opgetrokken in de overgangsstijl Laatgotiek-Renaissance. De voorgevel is versierd met de beelden van de Graven van Vlaanderen. In het stadhuis bevinden zich de prachtige schepenzaal en de raadzaal met 16de-eeuwse gebeeldhouwde schouwen.
Eerst bezochten we de historische Schepenzaal, de Vierschaar. In deze zaal spraken de schepenen recht tot in 1787. Tegenwoordig dient ze als trouwzaal en voor plechtige ontvangsten.
Op de gotische schouw bevinden zich dan ook allerlei afbeeldingen die met de rechtspraak te maken hadden. In het midden staat een beeld van Onze Lieve Vrouw, het zinnebeeld van de Wijsheid. Er zijn ook muurschilderingen (van Godfried Guffens en Jan Swerts) uit 1875 met historische taferelen en glasramen met de wapens van Kortrijk.
De Raadzaal op de eerste verdieping heeft een zandstenen schoorsteenmantel (van 1527) met allegorische figuren (gerechtigheid en vrede) en centraal een beeld van Keizer Karel.
Dit stenen kantwerk is zeker één van de mooiste pronkstukken van het Kortrijkse stadhuis.
René wees ons daar ook op afbeeldingen van Sodom en Gomorra op de rechterkant van de schouw. En daarboven tegen het plafond een afbeelding van Hercules in een vrouwenkleed.
We hadden nu genoeg kennis over Kortrijk en zijn historische figuren, wel dan niet met een voorliefde voor jonge knapen, opgedaan en togen terug naar de Grote Markt. Daar sloot René zijn betoog nog heel toepasselijk af met een stukje uit Dien Avond en die Rooze van Guido Gezelle, opgedragen aan Eugeen van Oye. Daarop kreeg hij een dankbaar applaus van de omstaanders.
Nadien verzamelden we weer, zoals vorig jaar, in Café West-Vlaanderen, waar we tussen pot en pint de wederwaardigheden van die dag bespraken.
Het valt wel op dat op zulke momenten je weer meer met elkaar kunt bezig zijn en dat dan, wat er echt in iemand leeft, wel es naar boven komt drijven. En dat is inderdaad weer de essentie van onze vereniging, het samen zijn met elkaar, een klankbord vinden bij elkaar en dan ook je zelf kunnen zijn.
Hebben we Dirk al bedankt, mogen we zeker niet nalaten om René ook een applausje te geven. Het was zijn eerste echte gidsbeurt voor een kritisch publiek. Het heeft hem waarschijnlijk veel bloed, zweet en tranen gekost, maar hij heeft het overleefd.
Proficiat!