Zaterdag 18 juni 2016 : Spel zonder Grenzen + spaghetti-avond

  • Over deze activiteit kunnen we niet spreken van een mini spel zonder grenzen, maar wel van een maxi zeurenspel zonder grenzen.  Inderdaad, nog nooit werd er zoveel (verdoken, als onverdoken) gezeurd bij de competitiespelletjes.

    Maar niet geklaagd, met in totaal 23 bezoekers (sommigen kwamen nadien enkel voor de spaghetti) mogen we deze activiteit wel geslaagd noemen.  Iedereen heeft zich geamuseerd, zeker bij bepaalde onderdelen, zoals bij de apotheose, nl. het “ballonnenpoepenspel”.

    Vooreerst werden de deelnemers in twee groepen onderverdeeld : De roze Tigers en The Loozers.

    Bij het eerste spel kwam het erop aan om met een bal tussen de knieën geklemd een bepaald parcours af te leggen.  Na het overschrijden van de lijn werd er gewisseld. Onze François had dermate vestimentaire problemen – de bal schoof voortdurend af op de stof van zijn sportbroek – dat hij het parcours in slip moest afleggen.  Wel een leuk zicht !

    Hier waren de Tigers de overwinnaars.

    Bij een tweede spel diende er zigzaggend eieren over een lint gegooid te worden.  De groep die de meeste eieren over had, was hier de winnaar.  The Loozers maakten hierbij wel een hoop omeletten.  Steven had het eiergooien blijkbaar niet in de vingers.  Bij een eindstand van 10 overgebleven eieren t.o.v. 6, waren de roze Tigers weer de winnaars.

    Bij het derde spel, nl. pluimpjes tegenhouden, liet iedereen zich van zijn beste kant zien.  De pluimpjes vlogen overal in het rond.  Hierbij diende 1 persoon van de tegenploeg in een afgebakende ruimte te staan, terwijl de andere ploeg zoveel mogelijk pluimpjes binnen de lijnen moest slaan.   Nog nooit zoveel kreten gehoord en nog nooit zoveel ijver bij de tegenstrevers gezien om de pluimpjes binnen te krijgen.   Hier konden The Loozers de meeste pluimpjes tegenhouden.  Zij kregen er 61 binnen de perken, terwijl de roze Tigers er toch 71 hadden doorgelaten.

    Bij het knikkerspel werd er toch ook veel gezeurd.  De Ronny had zich verraden, toen hij tevergeefs een balletje tussen zijn andere balletjes wou verstoppen.

    Hier waren de roze Tigers weeral de winnaars.

    Bij de Siamese Tweelingen, waarbij de deelnemers paarsgewijs aan elkaar gebonden werden, waren The Loozers dit keer de snelsten om het parcours af te leggen.

    Toen waren we halfweg en was het tijd voor een welverdiende pauze.

    Bij de bakkenestafette dan weer, moest het spel herbegonnen worden.  The Loozers hadden immers 1 deelnemer bij het startpunt achtergelaten.  En dat kan natuurlijk niet ! Dit was blijkbaar ook het moeilijkste spel, om te begrijpen alleszins, want in de beginfase stonden er meer deelnemers naast de bakken dan erop.   Ook hier waren The Loozers de winnaars.

    Dan weer een leuk spel, nl. het waterballonnen gooien.  Hierbij moest iemand van de tegenpartij een dienblad met bekertjes, gevuld met water, aan de overkant proberen te brengen.  De andere ploeg kon dan met een bepaald aantal waterballonnetjes proberen dit te verhinderen.

    De ploeg die het meeste water in de emmer kon doen, was de winnaar. Om de ballonnetjes te doen openbarsten, hadden sommigen er niets beter op gevonden dan er een gaatje in te bijten.

    Op een gegeven moment was het water op, maar had men nog genoeg waterballonnetjes bij de hand.  Dat was het startsein om elkaar met de ballonnetjes te bekogelen. Het spel ontaardde in een echt waterballonnengevecht ! Her en der vlogen de waterballonnen om de oren en tegen de toten.

    Het mocht niet baten, de roze Tigers werden hierbij de winnaars met het meeste water in hun emmer.

    Vervolgens weer een activiteit met water.  De spelers staan in twee rijen met telkens een tweetal meter tussen iedere speler.  De eerste speler vult een spons met water in een emmer en gooit ze naar de volgende speler.  Die gooit de spons op zijn beurt naar de volgende. Als de spons bij de emmer op het einde van de rij komt, mag ze uitgeknepen worden.  De laatste loopt dan terug naar voren en vult de spons opnieuw met water.  Wie als eerste de emmer vol of het volste heeft, wint.

    En de winnaar was : The Tigers.

    Om de groepsgeest te testen, was er het blinddoekenspel.  Iedereen werd met een keukenhanddoek geblinddoekt en verspreid over een graspleintje gezet.  Of de een nu meer kon zien dan de ander, kon niet echt gecontroleerd worden.   Bedoeling was dan ook om de anderen van de eigen ploeg (geblinddoekt) terug te vinden door te roepen en/of geluiden te maken.

    Hier waren de beide ploegen aan elkaar gewaagd en hadden we een ex aequo.  De twee ploegen hadden elk evenveel tijd nodig om de eigen ploeg terug te vinden.

    Vervolgens onze apotheose, het ballonpoepen.

    Het laatste, maar ook het meest hilarische spel.  Iedereen diende een ballon op te blazen en met een koordje achteraan vast binden, aan de riem of rond het middel, zodat de ballon ter hoogte van je poep bengelde.

    Twee rijen werden opgesteld en één persoon, als eerste slachtoffer, diende van voor te staan.

    Na het fluitsignaal moest de ballon bij elke deelnemer om de beurt “kapotgepoept” worden.  Bij de een ging dat al wat vlugger dan bij de andere.  Regel was wel, dat je je vingers niet mocht gebruiken en dat men de ballon enkel door beweging van de heupen moest laten ontploffen. Sommigen vonden het blijkbaar zo aangenaam, dat er niet te veel druk op de ballon werd uitgeoefend, om het spel zo lang mogelijk te laten duren 😉

    Hier waren de roze Tigers de beste poepers !

    De eindstand werd dan ook 6 punten voor de roze Tigers, tegen maar 3 voor The Loozers.

    Om de doorstane emoties door te spoelen, was het nadien apero-time.

    Bij een cavaatje en een kaasje werden de belevenissen becommentarieerd.

    Dan was het tijd om aan te schuiven voor de spaghetti.  Van de twee grote kommen, bleef er maar een bodempje over.  Moest toch zijn, dat deze gesmaakt werd.

    Men bleef nog lang plakken bij een drankje, want het was reeds 11 uur ’s avonds dat we de deuren van ’t Senter achter ons toe trokken.

  • Deel 1 : 1 – 100

    Deel 2 : 101 – 200

    Deel 3 : 201 – 229