Terugblik 2017

Zaterdag 2 december 2017 – 30 jaar Liever Gelijk

  • Wat te zeggen over 30 jaar holebivereniging?

    30 jaar is zeer relatief.  La Demence bestaat reeds 28 jaar, the Red & Blue bestond/bestaat nu ook al een goeie 20 jaar, maar gaat verder als een ander concept.  We zijn zelfs ouder dan VTM (opgericht in 1989)! Toegegeven, deze kleppers zijn van een ander allooi, want immers enkel gericht op amusement en feesten.  Om een holebivereniging 30 jaar te laten bestaan, tot op de turbulente dagen van vandaag, waar vele homozaken de mist in gaan, waar vele andere holebiverenigingen moeite hebben om het hoofd boven water te houden en zich afvragen, waar al die homo’s en lesbiennes toch naar toe zijn, mogen we trots zijn op onze vereniging, op dit ogenblik de oudste en meest levendige in West-Vlaanderen.

    Je kunt je afvragen, hoe het mogelijk is, dat Liever Gelijk deze kaap van 30 bereikt heeft?

    Is het de flexibiliteit om zich aan te passen aan de tijdsgeest, heeft het met geluk te maken, dat er toch telkens weer mensen gevonden werden die de fakkel overnamen en brandende hielden?

    Wie zal het zeggen?  Een vereniging bestaat immers niet enkel door de gratie van de bestuursleden alleen, maar vooral door de leden die telkens weer hun geloof in de vereniging bevestigen.  Toegegeven, het is een wisselwerking: de bal die door de bestuursleden in de ring wordt gegooid, moet ook interessant genoeg zijn om op te vangen.  Het geheim van een goede holebivereniging ligt volgens mij in het feit, dat bestuursleden een degelijk én goed georganiseerd programma voorschotelen, dat de werking gestructureerd en goed voorbereid verloopt, en volgens mij het belangrijkste, dat de bestuursleden zich niet in het middelpunt van de belangstelling plaatsen, maar op de achtergrond blijven en als het ware onzichtbaar zijn.

    Daarin schuilt de sleutel tot succes.  Het is opvallend, hoe verenigingen, waarin egotrippers en bestuursleden die zich op een piedestal zetten, zoals zonnekoningen waar alles rond moet draaien, maar een kort en moeizaam leven beschoren is.  De leden zijn het middelpunt, niet het bestuur.

    We mogen inderdaad trots zijn op onze vereniging, waarin het goed toeven is, waarin de meesten zich openzetten voor de anderen, waar de sfeer optimaal is, een vereniging die blijft groeien…

    Dat hebben we dan gevierd op zaterdag 2 december 2017 in Kortrijk, de stad waarin Liever Gelijk zijn eerste stappen zette.

    Om 17u werden we door de Stad Kortrijk getrakteerd op een receptie in de ruime Beatrijszaal. De zaal liep al vlug vol met bekende en minder bekende gezichten.

    Een aantal bestuursleden uit het verleden en mensen die zich toendertijd voor de vereniging hebben ingezet, waren uitgenodigd.   De meesten gaven gehoor aan onze oproep.

    Schepen van mensen en gebouwen, Arne Vandendriessche, gaf het startschot en begroette ons in naam van de Stad Kortrijk.  Schepen van economie, Rudolf Scherpereel, sprak ook een paar woorden en was dan vlug vertrokken.  Dan kwam het woord aan ons.

    We beschreven in het kort de 30-jarige geschiedenis van Liever Gelijk en zetten dan een aantal beginpioniers in de bloemetjes, in dit geval de wijn.

    Een korte geschiedenis:

    Liever Gelijk werd 30 jaar geleden geboren, op 17 november 1987, bij een eerste samenkomst van de 3 stichtingsvaders (José Vercaemst, Lionel Debussche, Tony Vandoorne).  Toen heette het nog niet Liever Gelijk, maar wel Homo&Geloof Regio Izegem/Kortrijk.

    De samenkomsten waren zeer sterk naar binnen gericht, schrik als men had van de reacties van de buitenwereld. De activiteiten waren dikwijls zeer religieus getint. Dit zou men tegenwoordig niet meer aan de man kunnen brengen, laat staan aan de holebi.

    Gaandeweg werd de sfeer opener, meer pluralistisch, tot in 1994 de vereniging omgedoopt werd in Liever Gelijk (wij hebben immers Liever een Gelijk lichaam om te beminnen!).

    In het jaar 2000 werd het roer helemaal omgegooid, de kap werd over de haag gegooid, we gingen weg uit de koepel Homo&Geloof en sloten ons aan bij de huidige holebikoepel çavaria.

    Gaandeweg richtten de activiteiten zich meer naar buiten.  We bleven niet meer binnenskamers, maar begonnen de wereld te verkennen.

    Vandaag kunnen we trots zijn op onze vereniging, de oudste en grootste van West-Vlaanderen.

    Inderdaad, onze vereniging leeft en bruist als nooit te voren.  En om dit extra in de verf te zetten, hadden we 3 illustere sprekers uitgenodigd.

    De sprekers:

    Eerst toegezegd, kon Mister Gay Belgium 2017 Jaimie Deblieck spijtig genoeg toch niet komen, hij had andere, buitenlandse verplichtingen.

    Als eerste spreker hadden we dan Piet De Bruyn (NV-A). Piet De Bruyn (NV-A) is Vlaams Parlementslid en aangesteld als algemeen verslaggever over de rechten van holebi’s, transgenders en mensen met een intersekse conditie bij de Raad van Europa…

    Hij studeerde geschiedenis in Leuven en tijdens zijn studies was hij zowel actief in de studentenbeweging als in de holebibeweging.  Van die tijd dateert ook zijn betrokkenheid bij wat toen nog de ‘cel politiek’ van de Federatie Werkgroepen Homoseksualiteit heette, het huidige çavaria.

    In de Raad van Europa is hij actief in de commissie Gelijke Kansen en Niet-Discriminatie. Diezelfde Raad van Europa keurde onlangs zijn rapport over de rechten van intersekse personen goed. Hierin wordt gepleit voor het maximaal respecteren van de rechten van personen met een intersekse conditie.

    Piet ontpopte zich als een zeer vlotte spreker die ons feliciteerde met ons 30-jarig bestaan, maar ook de situatie voor holebi’s in andere landen aan de kaak stelde.

    Als tweede spreker was Philippe Avijn (Groen) aan de beurt.

    Philippe stapte in 1999 in de politiek voor de partij Groen.

    Hij was verschillende jaren voorzitter van de afdeling in Kortrijk, is gewezen gemeenteraadslid en tot op vandaag lid van de Politieke Raad van de partij .

    Philippe heeft zich altijd ingezet voor homo-emancipatie: eerst als lid van het Roze Aktiefront en later als oprichter van Korthom, de Kortrijkse homowerking.

    Hij stond ook mee aan de wieg van het amendement dat Groen, toen nog Agalev, indiende voor de invoering van het homohuwelijk.

    Philiippe sprak dan ook vooral over de evolutie van de holebibeweging in Kortrijk.

     

    De pioniers van het eerste (en tweede) uur:

    We  vermelden hier nog kort de 3 oprichters van indertijd Homo&Geloof Kortrijk:  Josée Vercaemst, Lionel Debussche en Tony Vandoorne. Dit panel van 3 kwam een eerste keer samen in De Harp in Izegem op 17 november 1987.  Hiervan mochten we enkel  Lionel Debussche verwelkomen.

    Eveneens aanwezig, een pionier van het eerste uur: Geert Maes.

    Geert was bijna van in het prille begin bij onze vereniging, maar wegens werkomstandigheden heeft hij noodgedwongen afstand moeten nemen eind 1995. Geert heeft indertijd de krijtlijnen uitgetekend voor de vereniging die wij nu zijn. Hij lag mee aan de basis van de geest waarin Liever Gelijk zich heden ten dage profileert.

    Een speciale vermelding ging ook aan Jan Moeyaert, spijtig genoeg niet aanwezig.  Jan nam indertijd de taak van coördinator/woordvoerder van Liever Gelijk over na het vertrek van Geert Maes.

    Liever Gelijk staat open voor zowel mannen als vrouwen, deze zijn tegenwoordig echter achter de horizon verdwenen.

    Alhoewel wij nu een louter mannenvereniging zijn, heeft er indertijd ook even een vrouw aan het roer gestaan, een speciale vermelding ging dan ook uit naar Nathalie Herman.  

    We vernoemden eveneens Hubert Vandenberghe.  Hubert heeft zich jarenlang ingezet voor onze vereniging.  Hij was voornamelijk actief op weekends als kok en als verzorger van de interne mens.  Hij heeft dat altijd met veel enthousiasme, liefde en inzet gedaan. Hubert, dank je wel.

    Vervolgens Stefaan Coigné.  Ook Stefaan heeft zich jarenlang ingezet voor Liever Gelijk o.a. als coördinator. Hij heeft de vereniging steeds een warm hart toegedragen en is nog steeds lid.

    Verder nog Jan Kerkhof en Stefaan Baekelandt.  Zij hebben elkaar bij Liever Gelijk leren kennen en delen nu nog altijd wel en wee.  Ook zij hebben zich jarenlang ingezet en het beleid van Liever Gelijk mee bepaald.

    Een speciale vermelding ook voor Willy Coessens.  Willy behoort eveneens tot onze pioniers van het eerste uur.   Hij lag mee aan de basis van ons boekje Ingeblikt, dat hij indertijd opgestart heeft en dat nu nog altijd maandelijks aan alle leden wordt verdeeld.

    Een speciale vermelding ging eveneens naar Bart De Clercq. Bart maakte in het jaar 1995 kennis met Liever Gelijk. Hij vervoegde de stuurgroep in 1997.  Bart organiseerde heel graag de weekends en spelactiviteiten. Hij kon daar zijn creativiteit ten volle botvieren.  In de stuurgroep was hij de secretaris en zoveel meer.

    In 2001 vervoegde zijn partner Geoffrey zich ook bij de stuurgroep.  Geoffrey is vooral gekend voor zijn optreden op ons 20-jarig bestaan als engeltje dat uit de taart sprong.

    Of hij nu nog zo’n engeltje is, moeten we nog eens bekijken, zijn vleugeltjes heeft hij al verloren, maar zijn streken niet.  Beiden zijn nog  geregeld bezoekers van onze maandelijkse activiteiten.

    Mannen zijn visueel ingesteld en dat geldt ook voor het uithangbord dat mee het gezicht bepaalt van Liever Gelijk.  Onmisbaar in deze digitale tijden, onze website, www.lievergelijk.be mogelijk gemaakt door onze webmaster Rik Tanghe.

    En last but not least, de mensen die zich elk jaar op onze BBQ inzetten achter de toog.    Reeds vele, vele jaren mogen we dankbaar zijn dat Linda en Marc dit werk uit onze handen nemen.

    Zijn er de laatste jaren eveneens bijgekomen om hen het werk een beetje te verlichten: Virginie en haar knappe man Dieter.

    Onze muziekmaker, die jaar in jaar uit op onze BBQ’s en andere feesten onze oren verwent, onze DJ van dienst Stefan Vervaecke.

    Na deze eerbewijzen werden, volledig onverwacht, ook de huidige bestuursleden in de bloemetjes gezet.  Jan Oosterlynck kweet zich met veel verve van deze taak.

    Dan werd het echter hoog tijd om naar onze feestzaal van die avond te gaan.  We hadden het beginuur met een uur vervroegd, kwestie om toch niet te laat aan tafel te gaan.

    In Café Russe werden we door Danny en zijn team hartelijk ontvangen, met opnieuw een drankje en een hapje.

    Iedereen was vol lof over de originele inrichting van de zaal, immers very gay, door de inkleding, de lusters, de versieringen allerhande.  Ook de bediening was vlot en “snel”!

    Om het wachten tussen het klaarzetten van het warme buffet tot aan het eten wat korter te maken, werden we reeds vergast op een paar optredens.  Als eerste kwam Nadia Showlight, een plaatselijke diva uit Kuurne, aan de beurt.  Ze trok de ambiance al meteen op gang.

    René mocht dan weer zijn toeschouwers “Willkommen” heten.

    Het eten was uitstekend en overdadig: zalm, gamba’s, tongrolletjes, kip met spek omwikkeld, varkensgebraad, biefstukjes, aardappelgratin, krielaardappeltjes, groentenlasagne, oventomaatjes, witloof …. Te veel om op te noemen en te veel om van te proeven.  Een dikke pluim aan onze kok Danny!

    Daarna trok het feest echt goed op gang, met nog een paar optredens van zatte Rita, Céline Dion..

    Ook Wilhelm liet zich niet onbetuigd.  Met 3 live gezongen nummertjes, wist hij de hele zaal te bekoren.

    Onze DJ Stefan, al jarenlang trouw van dienst, overtrof zichzelf en hield de dansvloer constant bezet.

    Het werd een schitterend feest, Liever Gelijk waardig.  Het was reeds lang na middernacht, zo tegen 3u30 dat de laatste tooghangers hun bedje opzochten.

    Liever Gelijk kleurt immers je leven.  En nu weten we eindelijk waar VTM zijn slogan vandaan haalde!

Zaterdag 18 november 2017 – Geert Thyssen – Een andere kijk op ziekte & gezondheid

  • Wat te verwachten van de uiteenzetting door Geert Thyssen over zijn visie aangaande ziekte en gezondheid?  In de aankondiging voor deze activiteit stond: “Rond HIV – een getuigenis.”

    Bleek achteraf, dat het thema HIV slechts in de rand aanwezig was en dat meer de manier hoe een mens in het leven staat, invloed kan hebben op zijn gezondheid.

    O.K. Geert vertelde wel over zijn HIV status, hoe hij “besmet” werd en hoe hij ermee omgaat.  We willen van te voren dan ook heel duidelijk stellen, dat dit de persoonlijke mening is van Geert.

    Hoe ieder dit voor zichzelf interpreteert, is een eigen, vrije beslissing.

    Er werden ook veel (kritische) vragen gesteld en Geert antwoordde altijd vanuit zijn persoonlijke levenshouding. Voor die houding valt inderdaad wel wat te zeggen, maar dat moet iedereen voor zichzelf uitmaken.  Elke persoon is immers uniek, elke levenssituatie weer anders.

    Hier komt zijn betoog:

    Toen Geert zijn bloed enkele jaren terug liet onderzoeken, bleek hij seropositief te zijn.  Bij het horen van die diagnose spookten heel wat dingen door zijn hoofd: angst, schaamte, het leven is voorbij, dood, stukgeslagen dromen, aftakeling, afzien, pijn, verdriet.

    Gelijkaardige gedachtes kunnen bij allerlei ziektes ontstaan, afhankelijk van hoe ons idee rond ziek zijn is gevormd. De impact daarvan is afhankelijk van hoe je in het leven staan, hoe je om kan gaan met negatieve gebeurtenissen.

    Volgens Geert is ziekte een disbalans in je lichaam.  Ziekte is een signaal, een reactie van je lichaam om dit weer in balans te brengen.

    Luc Montagnier ontdekte in 1983 dat bij iedereen die aids had, het hiv-virus aanwezig was.  Daardoor is er te vlug de link gelegd tussen het hiv-virus en aids.  Er is onvoldoende aangetoond volgens wetenschappelijke normen dat hiv de enige oorzaak is van aids.  Er zijn meerdere testen nodig om zogezegd ‘betrouwbare’ resultaten te hebben. In tegenstelling tot andere testen moet er hier gewerkt worden met een sterke verdunning, anders zou je bij iedereen een positieve testuitslag hebben.

    Volgens Geert zijn de BIG farma niet gediend met een volledige genezing van de mens.  Gezonde mensen brengen immers geen geld op.

    Zeer vele dokters blussen brandjes.  Zij bestrijden de symptomen, maar niet de oorzaak.  De huidige medische wereld zou dieper moeten kijken, “holistischer”, m.a.w. de hele mens bekijken, niet enkel de aidspatiënt, de grieppatiënt, de burn-out-patiënt.

    In deze stressvolle, hectische maatschappij, met een niet al te gezonde levensstijl, krijg je meer en meer mensen die uitvallen door burn-out, depressie, immuniteitsfalen…

    We zijn allemaal kinderen van deze tijd!

    Volgens Geert, is gezondheid op fysiek vlak vrij zijn van pijn en ongemak, waardoor je je goed in je vel voelt.  Op emotioneel vlak innerlijke rust en vrede ervaren.  Op mentaal vlak een heldere geest waar rationaliteit en creativiteit gelijkmatig aanwezig zijn.

    Op spiritueel vlak leven voor het grotere geheel, m.a.w. egoïsme laten vallen en je ook inzetten voor andere mensen.

    De mens is meer dan lichaam en geest.  Je wordt ook beïnvloed door erfelijke factoren, het milieu, je levenswijze, psychologische factoren ….  Zeker deze laatste, zoals bv. negatieve gemoedstoestanden, ergernis, jaloezie, ontevredenheid verminderen je levenskracht en verzwakken onze immuniteit.

    Geert kantte zich ook sterk tegen medicijnen en neemt ook geen aidsremmers, maar probeert op zijn eigen manier zijn immuniteit recht te houden, door o.a. de manier waarop hij in het leven staat, door bepaalde voedingssupplementen te nemen die bepaalde balansen in zijn lichaam herstellen.   Ook hier, dit is Geerts persoonlijke mening en beslissing.

    Ziekte is geen probleem, wel hoe je ermee omgaat. Niet de moeilijke omstandigheden in het leven maken ons ziek, maar wel ons negatief oordeel over deze omstandigheden.  We dienen leren positief om te gaan met negatieve gebeurtenissen, niet in het gevecht gaan, maar wel aanvaarden en vanuit die aanvaarding kijken wat er nog wel mogelijk is.

    Het is belangrijk je gezondheid optimaal te houden en belastende factoren te beperken tot een minimum.  Geert gaf hier het voorbeeld aan van zijn schoonmoeder, iemand die alle aandacht vraagt en ook alle energie uit je wegzuigt. Zulke “factoren” dien je zo veel mogelijk uit de weg te gaan.

    Volgens Geert is angst ook ziekmaker nr. 1.  Angst probeert zich meester te maken van ieder van ons, via de veelal negatieve nieuwsberichten, via social media.  Maar sta je vol vertrouwen in het leven, dan verdwijnt de angst als sneeuw voor de zon.  Je moet vertrouwen hebben in de natuur, in jezelf en in het zelfhelend vermogen.

    De belangrijkste persoon in je leven ben jezelf!  Je bent voortdurend in gesprek met jezelf.  Je moet jezelf als je beste vriend zien, jezelf motiveren, positief benaderen, liefdevol hanteren, verzorgen…

    HIV, mijn positieve vriend.  Wat komt die ziekte op mijn pad doen?  Waarom overkomt mij dit?

    Geert heeft hierover meer inzicht gekregen door de Nieuwe Germaanse geneeskunde.  Dit beschrijft hij uitvoerig in zijn boek.  Volgens hem geeft het een verklaring vanuit de biologie, vanuit de natuurwetten.

    Je krijgt een plotse onverwachte shock waardoor er een conflict ontstaat.  We spreken niet over ziekte, maar vanuit de biologie reageert je lichaam op de meest gepaste manier.  Je hebt twee fases, de conflict-actieve fase en de herstelfase of genezingsfase.  Virussen, bacteriën en co zijn helpers.  HIV is dus geen probleem, wel een diagnose-shock.   Afhankelijk van die diagnose-shock, dien je de conflicten die zich voordoen duidelijk maken en aanpakken.

    Geerts visie op zijn situatie in deze context is volgens hem zijn jarenlange angst voor HIV, na een saunabezoek met gescheurde condooms en daardoor verhoogde stress en paniek geeft de biologie een oplossing, nl. door datgene waarvoor je angst hebt ook aan jou te geven.

    Voor Geert verdween daardoor zijn angst voor HIV.  Dit was voor hem een kantelmoment dat hem de kans gaf radicaal van koers te wijzigen en intenser te gaan leven.

    De kernboodschap van Geert draait dan ook niet om te stoppen met medicatie, maar om je eigen weg tot innerlijke vrede te vinden, dit zonder angst.  Gebruik je keuzevrijheid en zelfverantwoordelijkheid om bewust van het leven te genieten!

    Hier sloot Geert zijn betoog af en beantwoordde hij nog een aantal vragen.  Velen interesseerden zich ook voor zijn boek dat hij te koop aanbood.

    Nadien trok iedereen nog naar beneden voor een paar drankjes en om na te praten over Geerts uiteenzetting.

    Rest ons nog om Dirk te danken om opnieuw zijn etablissement voor ons ter beschikking te stellen en (tussen haakjes), de witte roosjes op de tafel van Geert waren eveneens een attentie van Dirk.

    Tot een volgende!

Zondag 15 oktober 2017 – Bulskampveld, natuurwandeling over mythen en symboliek in de natuur

  • Die zondag, een uitzonderlijk mooie zomerdag, kwamen we samen aan de ingang van het bezoekerscentrum van het Bulskampveld.

    Onze gidse, Moniek, blijkbaar nog een oude bekende van Guido, verwelkomde ons.  Je merkte al gauw dat zij dicht bij de natuur stond.

    Met 27 man begonnen we aan onze wandeling. Heksen staan natuurlijk ook dicht bij de natuur of tenminste bij de mythes daarvan en Moniek haalde al dadelijk haar heksenbezem boven en we hadden al een eerste symboliek: een bezem stond vroeger aan de deur om al het slechte buiten te vegen.  En natuurlijk gebruikten de heksen dat ook om op te vliegen, maar dat is niet gelijk een elektrische fiets, verduidelijkte Moniek, je moet wel de juiste kruiden en zalf gebruiken..  We waren vandaag  op de feestdag van de H. Theresia en toevallig noemt men deze ook zo’n nazomertje, Trezekes nazomertje.  Men gebruikte vroeger dikwijls de heiligen om iets aan te hangen. Tussen 8 en 15 november heb je ook het “oudewijvenzomertje”.

    We gingen er dus invliegen met of zonder bezem en we belandden vlakbij aan een hulstboom.  Beneden heeft die struik/boom meer stekels dan boven.  Vroeger gebruikte men deze ook om het vee in de weide te houden. In sommige landen (zoals in Duitsland) worden op palmzondag niet de palm(buxus) die wij hier kennen, maar wel hulsttakken gewijd.  Hulst blijft altijd groen en dat wist men reeds bij de oude Kelten. Deze plant werd dan ook in hun rituelen opgenomen, bv. bij de zonnewende (21 december), omdat deze altijd groen blijft en dus leven gevend.  Ook bij ons, bij Kerstmis wordt de hulst nog altijd als versiering gebruikt, in feite een oud gebruik van bij de Druïden.

    Palm en laurier zitten in dezelfde familie: “op je lauweren rusten”, komt van bij de Olympische Spelen, men gebruikte vroeger een laurierkrans als je gewonnen had.  Je had het gemaakt en nu kun je een beetje bekomen.  Palm, iets op je “palmares” schrijven, wij hebben een aantal woordspelingen die vanuit de natuur komen en waarvan wij de oorsprong vergeten zijn.

    In 1904 werd dit kasteel aangekocht door de familie Lippens. Toen werd ook met de aanleg van het park in Engelse stijl begonnen met heel wat uitheemse bomen.  Men heeft nu wel een beetje de discussie of die uitheemse bomen (exoten) niet weg moeten, maar aangezien deze in een park staan, mogen ze blijven.  Het was indertijd ook een zaak van prestige als je je uitheemse bomen kon permitteren.  Ook met getallen werd toen gegoocheld, groepjes van bv. 3 bomen (de heilige Drievuldigheid), van 7 ( de 7 dagen van de week, de 7 werken van Barmhartigheid …), van 12 (de 12 apostelen … )  Er zijn echter veel bomen gekapt door de Duitsers, die hier in de twee wereldoorlogen een commandopost hadden.  Zij hebben dat achteraf vergoed met Duits zaad (van bomen natuurlijk).

    Van de berk kun je in de lente ook sap aftappen: je snijdt een twijg af en je als je daar een fles aanhangt, zal het sap er in druppelen, maar vanaf het moment dat het troebel wordt, moet je stoppen.  Blijkbaar verdwijnt daarvan de voorjaarsmoeheid.

    Moniek bracht ons dan tot bij het konijnenveld.  Het konijn is eigenlijk een ingevoerd dier, de haas is inheems.  De symboliek achter een konijnenpootje.  Blijkbaar worden konijnen geboren met open ogen, vandaar dat het een symbool was van waakzaamheid.  Vroeger zag men veel meer konijnenpootjes, aan een sleutelhanger of aan fietsen hangen.  Nu is dat een beetje verdwenen.  Dat bracht zogezegd geluk.  In de wereld van actrices gebruikte men dit veel om zich te schminken.  Het was eigenlijk het borsteltje van de poederdoos dat zij altijd mee hadden in hun etui.  Dus dat konijnenpootje maakte alle stress mee die vooraf ging aan hun optreden.

    We passeerden de mooie stam van de grove den.  Ideaal om een fotootje bij te trekken, nietwaar Vincent?   Vlakbij een linde, ideaal als zonnescherm, maar ook als regenscherm.  Als je het blad bekijkt, zie je duidelijk een hartvorm.  Dat is dus ook de boom van de verliefden, om de afspraakjes te maken en je zit beschermd tegen regen en zon.    Kun je je een betere plek voorstellen?   Moesten de bomen kunnen vertellen, zei Moniek, ze hebben al wat gezien!

    Een lindetheetje, ’s avonds voor het slapengaan, is rustgevend.

    De linde is een vrouwelijke boom en werd vroeger toegeschreven aan de moedergodin, Freya, de godin van de vruchtbaarheid.  Dat is dan ook weer gekerstend en daarom vindt men vele mariakapelletjes terug in de buurt van een lindeboom of ze hangen er in.

    Er zijn ook veel spreuken die te maken hebben met hout: “Je moet hout vasthouden”, “Hoe hoog de boom ook groeit, zijn bladeren vallen altijd op de grond”, “Er zit meer in het hart van de boom dan de bijl blootlegt”, “Uit het goeie hout gesneden zijn”, “Een oude boom verplant je niet”, “Bomen sterven staande”…

    We passeerden een “Tulpenboom” met zijn karakteristiek blad.  Volgens Moniek, alhoewel uitheems, toch een zeer goeie bijenboom wegens zijn talrijke bloemen.

    We kwamen voorbij een weide met koeien en alhoewel ze een hele weide met gras ter beschikking hebben, zetten koeien zich dikwijls op hun knieën om onder de prikkeldraad door het gras van de andere kant te kunnen grazen.  Het gras is dikwijls groener en smakelijker aan de overkant, maar het duurt meestal niet lang 😉

    Danny vertelde ook iets dat de gidse niet wist: in een eik of tamme kastanje zit er een draaiing in de boom. Dat is de reden waarom alle molens in Europa in dezelfde richting draaien,  omdat de standaard (het spant), de boom centraal in de molen, mee moet draaien met de richting in het hout, anders breekt het hout. Hoe het is buiten Europa, daar hebben we het raden naar.

    We kwamen ook voorbij een Thuja (levensboom), waaruit men vroeger een product tegen scheurbuik haalde.  In de twijgjes zit ook een etherische olie en daarvan wordt zelfs wierook gemaakt.

    Toen we een hazelaar passeerden, haalde Moniek zelfgemaakte hazelnootkoekjes boven.   Van de hazelaartak kun je ook een wichelroede maken, ideaal voor het vinden van breuken in de aardkorst, aardstralen of wateraders.  Gelove wie het geloven wil!

    Moniek vertelde dan ook nog het verhaal, waarom het zo stil kan zijn in het bos.  De bomen kunnen niet praten, maar vroeger was het wel anders.  Omdat de bomen te veel kapsones kregen, nam de zon het vermogen tot spreken van de bomen af.  En sindsdien konden de bomen niet meer praten en kunnen ze alleen nog maar luisteren.

    Vervolgens nam Moniek ons mee naar een “ijskelder”. Nu wordt deze gebruikt als overwinteringsplaats voor vleermuizen.

    Zij vertelde daar over de verschillende betekenissen met het woord “boom”, je hebt de meiboom, de geboorteboom, bomen waar recht onder gesproken werd..  en wat heb je nog allemaal ? En onze Toon repliceerde: ”slagboom” !  Iedereen schaterde het uit, prachtig gevonden, maar niet helemaal in de betekenis die Moniek zocht.

    Terug op weg naar het kasteel, passeerden we een Vlier.  Daar haalde Moniek een aantal zelfgemaakte fluitjes boven. Vandaar komt ook de naam “flierefluiter”.  Van vlierhout maakte men vroeger ook een klakkebusse (een proppenschieter).

    Terug aan het kasteel, mochten we via een trapje aan banken plaatsnemen.  Moniek had daar nog een proevertje voor ons in petto van witte wijn met zelfgemaakte vliersiroop.

    Toen was het tijd om afscheid te nemen van onze enthousiaste gidse en togen we naar de cafetaria om aan het grotere werk te beginnen.

    Spijtig genoeg was het daar overvol, maar een behulpzame garçon wees ons de weg naar “de manège” ietsje verder.  En daar vonden we inderdaad nog een overvloed aan plaats in het zonnetje, tussen de paarden en de vliegen.

    Aan twee lange tafels, Hans en Geert, waren er intussen ook bijgekomen, genoten we van een welverdiende dorstlesser en van elkaars gezelschap.  Het was daar zaaalig, in het zonnetje.  Wat moet een mens nog meer hebben?  Zo’n afsluiter hoort er immers altijd bij en ik val weer in herhaling, samen iets gaan drinken (of gaan eten) na een activiteit versterkt ons samenhorigheidsgevoel en de vriendschap in onze vereniging.  En daar draait het ook allemaal om.

    Tot een volgende!