Dit keer eens een meer sportieve activiteit. Lasershooting op de domeinen van Transfo in Zwevegem.
Transfo Zwevegem is een voormalige electriciteitscentrale in Zwevegem en is net als het vlakbijgelegen kanaal Bossuit-Kortrijk een product uit de 19e-eeuwse industriële revolutie. Anno 2004 besliste de gemeente Zwevegem om het samen met de intercommunale Leiedal aan te kopen en er een nieuwe socio-culturele bestemming aan te geven (bron Wikipedia).
Ideaal dus voor een socio-culturele vereniging zoals Liever Gelijk.
Niet enkel culturele, maar dus ook eens een sportieve activiteit. Lasershooting, is in tegenstelling tot paintball een heel “proper” spel waarbij tactiek, jachtinstinct en een beetje soepelheid vereist zijn. Je krijgt er zeker niet de hardere klappen van paintballs, omdat er enkel met laserstralen “geschoten” wordt en die zijn natuurlijk totaal niet voelbaar.
Die dag was ideaal voor deze outdoor activiteit, wel veel wind, maar dat gaf er wel een spannend tintje aan.
We kwamen samen met 14 man aan de indrukwekkende duiktank op het terrein, waarin ook een cafetaria gevestigd is. Bert, onze monitor van dienst, kwam ons buiten op het terras briefen hoe we te werk gingen gaan.
Bert was een frisse, jonge gast, heel leuk om te zien, maar mijns inziens toch een beetje te bedeesd om zich wat meer in te leven in de gevoelswereld van onze toch al wat rijpere bende. Maar geen schrik, zijn blonde looks maakten heel veel goed en we zijn niet van de moeilijkste. Maar al te graag volgden we zijn instructies op 😉
We werden onderverdeeld in twee ploegen, de rode en de blauwe. We dienden allemaal een pet (groene voor de ene en zwarte voor de andere ploeg) op te zetten waarrond een rode of blauwe hoofdband met twee halve bollen gespannen werd. We kregen een wapen in de hand, neen geen van kunststof, maar toch eentje van metaal, met een voelbaar gewicht en “levensecht”.
Waarschijnlijk uit gewoonte, begonnen sommigen al op elkaar te schieten. Ze konden blijkbaar niet wachten.
Voor elk spel kregen we 20 levens. Dat klinkt veel, maar soms was dat nog te weinig als je van alle kanten beschoten werd en bij elke “hit” een leven kwijtspeelde. Daarnaast had je zelf 99 schoten ter beschikking, die je nadien opnieuw kon opladen als je al je kruit verschoten had. Wanneer je een tegenstander raakte, had je een hit en verloor de andere één leven. Als je dan geluk had, kon je een “kill” bereiken, waar bij de andere volledig dood was. Als je die nadien dan raakte, hoorde je “dead already”. Dan wist je dat die volledig was uitgeschakeld. Als je zelf al je levens had verbruikt, dan hoorde je bij het uitdoven van je laatste een ijselijke gil. Je wist dan hoe laat het was.
Het terrein dat we gingen gebruiken, was dat waar vroeger de oude transfo’s stonden. Her en der waren houten panelen opgesteld om achter te schuilen voor vijandelijk vuur. Ideaal voor een sluip- en vuurgevecht.
De eerste ploeg mocht zich gaan verspreiden en verstoppen voordat de andere zich op het terrein mocht begeven.
Sommigen gebruikten de tactiek van de aanval, maar hadden daardoor natuurlijk meer kans om geraakt te worden door leden van de tegenploeg die als sluipschutter op de loer lagen om niets vermoedende tegenstanders zoveel mogelijk levens af te nemen. Dat bleek ook de beste manier om zelf zoveel mogelijk levens te behouden op het einde van elk spel.
Eerst won de blauwe ploeg, nadien de rode, dan weer was het gelijk spel, maar op het einde had de rode ploeg toch de meeste levens over in totaal en was daardoor de terechte overwinnaar. Elk spelletje duurde ongeveer een kwartiertje en in die twee uur hadden we toch een behoorlijk aantal games achter onze kiezen. En sportief was het zeker. Toen onze twee uur voorbij waren, hadden we allemaal ferme dorst gekregen.
We namen afscheid van onze blonde Bert en gingen ons vochtverlies in de cafetaria bij de duiktank aanvullen. Zoals eerder gezegd, een heel indrukwekkende installatie waar duikers hun duikervaring kunnen opdoen of bijschaven.
Nadien werden we verwacht in het Chinese restaurant Stanley in Zwevegem.
Daar stond al een lange tafel gedekt voor de twaalf apostelen die bleven na-eten. We hadden een mooi uitzicht op de tuin. Was Bert, onze monitor van de lasershooting, een leuke jongen, de garçon van dienst was mijns inziens nog een trapje leuker en toegankelijker.
We gingen een lange avond tegemoet. Eerst een drankje, dan een voorgerechtje, nog een drankje van het huis en na toch een heel tijdje geduldig wachten, kregen we ons hoofdgerecht voorgeschoteld. Maar in feite stoorde het ons helemaal niet. Het was dermate gezellig aan tafel dat de tijd voorbijvloog. Alleen onze maag protesteerde af en toe een beetje.
Hadden we die namiddag een leuk spel samen, samen gezellig tafelen en samenzijn heeft toch telkens weer een meerwaarde. En dat is ook, zoals reeds zo dikwijls herhaald, ook de zin van onze vereniging. Niet enkel voor diegenen die een partner hebben, maar zeker, nu we ook samen ouder worden, ook voor diegenen die alleen leven. Een vereniging, zeker een holebivereniging, kan een extensie zijn van de eigen familie, die dikwijls niet zo nabij is. De meesten onder ons kennen elkaar al een heel tijdje en weten dan ook welk vlees er in de kuip zit.
Daardoor zijn we ook meer op ons “gemak” met elkaar, zo zeer zelfs dat we uit volle hartenlust op elkaar kunnen “schieten” 😉
Oeps, dead already!