Zaterdag 11 maart 2017 – Bezoek aan het Stam

  • In een warm en aangenaam lentezonnetje verzamelden zich de Liever Gelijkers die namiddag op het grasveld naast het STAM (Stadsmuseum) in Gent.

    Onder leiding van 2 gidsen zouden we de geschiedenis van de Bijlokeabdij en van de stad Gent ontdekken.

    Het woord bijloke betekent oorspronkelijk omheining, afsluiting. ‘Iets beluiken’ is in de middeleeuwen zoveel als ‘iets afsluiten’. In een tekst van 1477 lezen we hoe ‘een meersch rontomme beloken is met ene gracht’. Later ging die betekenis over op de afgesloten grond zelf en werd een ‘biloken veld’ eenvoudigweg een ‘biloke’ genoemd.

    In dit geval is de naam afkomstig van de Bijlokemeersen, de weilanden die door gravin Johanna van Constantinopel geschonken werden voor de oprichting van een hospitaal. Hier werd in de 13e eeuw het Bijlokehospitaal gesticht. Later werd ook de Bijlokeabdij opgetrokken. Uiteindelijk bestond het complex uit hospitaal, abdij en nutsgebouwen uit drie perioden: de middeleeuwen, de 17e eeuw en de 19e eeuw. Thans bevindt zich hier de Bijlokesite, een cultureel centrum met onder meer het Stadsmuseum Gent (STAM), het Muziekcentrum De Bijloke Gent, de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en het Hogeschool Gent Conservatorium.

    Tot hier de uitleg over de oorsprong van de naam Bijloke, gevonden in onze digitale encyclopedie “google”.

    Maar nu terug naar onze gidsen.  Omdat we met zo’n grote bende waren (28 man) dienden we 2 gidsen te engageren.  De ene groep kreeg een mannelijke gids en de andere groep een vrouwelijke mee. Kwestie van het evenwicht te behouden.

    We hadden weer geluk, want alle twee bleken ze zeer boeiende en bekwame vertellers te zijn.

    Ikzelf kan enkel meespreken over onze vrouwelijke begeleidster. Zij was afkomstig uit Roeselare en dus een aangespoelde Gentenaar, maar ze had de stad Gent in haar hart gesloten.

    Ze nam ons mee naar boven en op een overloop liet ze ons zien waar de oorspronkelijke abdijkerk van de cisterziënser zusters lag.  Deze was in de 16e eeuw bij de beeldenstorm helemaal vernield en zodoende werd het Dormitorium (de slaapzaal) als kapel heringericht.  Zij wees ons op de kleine, dichtgemetselde vensters tussen de grotere die toen speciaal voor de nieuwe kapel werden geconstrueerd. Dat was nog duidelijk zichtbaar.

    Onze gidse leidde ons dan naar de vroegere refter.  Een grote, heldere ruimte met helemaal achteraan een open haard.  Deze ruimte werd in de 18e eeuw verkleind, verlaagd met een nieuw plafond.  Het oorspronkelijk houten plafond werd onder een kunstig stucwerk verscholen.  In 1920 werd de ruimte in haar oorspronkelijke glorie hersteld.  Voor het mooie stucwerk plafond werd speciaal een nieuwe zaal gebouwd.

    Op de muur van de refter zagen we een mooie afbeelding van het Laatste Avondmaal.  Hierop was duidelijk te zien dat de apostel Johannes zich aan de borst van zijn ‘meester’ koesterde.

    Terug via de overloop, kwamen we de rest van de bende tegen.  Of ze ons herkend hadden, is een andere zaak.

    We begaven ons toen in een ruimte met een reuzengrote luchtfoto van Gent en deelgemeenten onder glas.  Speciaal daarvoor moesten we schoenbeschermers aantrekken.

    Het is niet altijd gemakkelijk om op die manier je eigen straat of zelfs gemeente terug te vinden.  We oriënteren ons immers nooit van boven.   Wat sommigen wel konden terugvinden, was de Adonis in Drongen.  Moet toch zijn, dat ze daar vaste klanten zijn 😉

    Dan nam onze gidse ons mee naar een ruimte waar de ontstaansgeschiedenis van Gent werd weergegeven.  Het is nog altijd een eeuwenlange discussie wat er nu eerst was, de Bijlokeabdij of de Sint-Pietersabdij.   Onze gidse was een duidelijk voorstander van de Bijlokeabdij.  Zij liet ook blijken, niet alles klakkeloos aan te nemen wat voor waar wordt aangenomen, maar ze stelde haar eigen waarheid zeker niet boven de gangbare geschiedenis.  En dat is een heel eerlijke instelling.  Je moet met beide facetten rekening houden en dat leidt altijd tot interessante beschouwingen of bewustwordingen.

    Vervolgens bracht zij ons naar een ruimte met de stamboom van Keizer Karel V, die in Gent geboren was.  Zij had daar ook haar eigen mening over het feit, dat men de moeder van Keizer Karel, Johanna de Waanzinnige noemde.  Zij vond haar helemaal niet gek.  In feite was zij de rechtmatige koningin van Spanje en de mannen in haar omgeving misbruikten dat argument om zichzelf de troon toe te eigenen.

    Zij stierf in 1555, slechts 3 jaar voor de dood van haar zoon Keizer Karel in 1558.

    Dat de Habsburgers aan inteelt deden, door constant met neven of nichten te trouwen, om de macht en rijkdom in de familie te houden, is ook duidelijk te zien aan bepaalde lichamelijke kenmerken, zoals een sterk vooruit geschoven kin.

    Dat zie je ook bij bepaalde kinderen van onze eigenste prinses Astrid die ook met een Habsburger is getrouwd.

    Na de vlucht van de protestanten vanuit Gent naar het Noorden waarbij de meeste intelligentsia, kooplui en welgestelden naar ginder verhuisden, bleef Gent verweesd achter.   Maar volgens onze gidse had Gent in die tijd toch reeds een échte democratie, met een directe vertegenwoordiging van de ambachten.

    Vervolgens het kleine zaaltje met een reproductie van het Lam Gods.  De diefstal van de Rechtvaardige Rechters blijft tot op heden nog steeds een hot item, dat regelmatig weer de kop opsteekt, zeker in de komkommertijd.

    Dan kwamen we in de laatste zaal, waar de industrialisatie van de stad Gent werd voorgesteld.

    Waar in de Middeleeuwen de stad Gent een belangrijke lakenproductie had, kende in de 19e eeuw de textielindustrie weer een enorme bloei.

    Onze gidse zei, dat ze hier zeker nog een 2-tal uren kon doorgaan, maar dat haar tijd spijtig genoeg beperkt was.  Lag het aan ons, kon zij zeker nog haar ding doen, maar ja, we waren gebonden aan de tijd en we moesten daar dan ook afsluiten.

    Zij bracht ons terug naar de kantine, waar de andere groep reeds ongeduldig op ons zat te wachten.

    En met een drankje in het warme namiddagzonnetje werd deze activiteit voor de meesten onder ons afgesloten.

    Nog een 18-tal gingen een laatste avondmaal nuttigen in het Hof van Herzele.  Het was alleszins zeer spijtig dat men onze groep eerst in de kelder stopte, daar waar er boven genoeg plaats was, zoals achteraf bleek.  Het was ook een uiterst onaangename ervaring, aangezien er een indringende toiletgeur hing, zeker niet appetijtelijk om er te eten. Toen dit duidelijk werd gemaakt aan de van dienst zijnde garçon, konden we toch terug naar boven verhuizen.

    Al bij al maakte het eten en het samenzijn boven veel weer goed.

    Met een gedecimeerd groepje werd er dan nog een allerlaatste drankje in de A-pluss genuttigd.

    Gent voor wat het is en voor wat het was.  Het is en blijft een boeiende stad!