Zondag 15-04-2018 : Bezoek aan de luchthaven Wevelgem

  • Het was een mooie lentezondag toen we onze opwachting maakten aan de ingang van de luchthaven van Wevelgem.  Inderdaad luchthaven, dat werd ons nadien verschillende keren in de oren geknoopt.  Zeg niet gewoon vliegveld tegen de Internationale Luchthaven van Kortrijk Wevelgem.

    Claudine, onze gids voor die namiddag, verwelkomde ons allerhartelijkst.  Sedert bijna twee jaar mag de gidsenkring van Kortrijk hier gidsbeurten geven.  Claudine benadrukte ook, dat hier géén zweefvliegtuigen zijn en ook géén parachutisten.  In Moorsele zitten nu de parachutisten.  De zweefvliegtuigen moesten hier verdwijnen wegens het drukker worden van het luchtverkeer.

    Door de ramen zagen we nog de oude groene loodsen met ietsje verder de nieuwe loods van Luxaviation.  Wij zaten in het spiksplinternieuwe ontvangstgebouw van de luchthaven.

    Met een powerpoint presentatie probeerde Claudine ons de structuren van de luchthaven uit te leggen.  Men had er voor gekozen om een splitsing te maken tussen de exploitatie (ILKW N.V. = Internationale Luchthaven Kortrijk/Wevelgem) en de ontwikkeling (F.I.A N.V. = Flanders International Airport)  van de luchthaven.

    In 1916 is dit vliegveld hier opgericht door de Duitsers.  (Inderdaad toen nog vliegveld, men spreekt pas van luchthaven als er burgerluchtverkeer is). Dit was echter niet het enige, je had er nog 2 in Marke, 1 in Heule en 1 in Kuurne, maar deze zijn allemaal weg, behalve Wevelgem.  Je had hier helemaal niets, buiten een paar hangars en een grasveld.  In 1944 hebben de geallieerden dit vliegveld hier overgenomen.  In 1946 is het wel overgegaan naar de Belgische Luchtmacht tot in 1963.  Toen heeft men beslist om er 3 “zones” van te maken: het vliegveld, de startbaan en de controletoren, dat was voor burgerlijk én militair, je had een zone waar de intercommunale Leiedal baas was, en dan had je nog loodsen en kazernes die toen eigendom waren van de Navo en die gebruikt werden door de militairen.  Men is dan langzaamaan begonnen met een paar vliegscholen waar mensen met een klein sportvliegtuigje leerden vliegen. Dat was meer educatief en recreatief.  Men had toen ook al de zweefvliegtuigen.  In de jaren ’70 is het dan volledig civiel geworden, dus burgerluchtvaart, en dat was dan de West-Vlaamse Intercommunale Vliegveld Wevelgem-Bissegem.

    Je had toen meer last van de sportvliegtuigjes die constant zweefvliegtuigjes de lucht in trokken dan tegenwoordig van de jets.

    Claudine maakte ons ook attent op de tunnel op de E403, vroeger de A17.  Je rijdt dus onder het vliegveld door.  Het is dus goed mogelijk dat op dat ogenblik een Jet landt of omhoog gaat.  Claudine verzekerde ons dat de veiligheid gegarandeerd is. Die tunnel kan een belasting hebben van 120 ton.  Er kan zelfs een Boeing 737 op landen.

    In 1984 was er de sluiting van Gent.  Waar nu Ikea is en Flanders Expo, daar was ook een vliegveld.  Skyservice die de privé-uitbating hier in Wevelgem verzorgde voor de zakenvluchten heeft dan Abelag in Gent overgenomen.  En intussen is dat ook al weer geschiedenis en is het Luxaviation geworden, een multinational.   Sinds die samensmelting zijn de vliegbewegingen (de keren dat er een vliegtuig landt of opstijgt) de hoogte ingegaan. In 1994 is het gebouw, waar we samen de powerpoint bijwoonden, als passagiersterminal opgericht.

    Dit is hier één van de 13 Schengenpoorten in België, benadrukte Claudine.

    Een nieuws heet van de naald, we waren de eerste groep aan wie Claudine het mocht vertellen: sedert einde maart heeft de luchthaven van Wevelgem een samenwerking met Belgocontrol.  Dat betekent dat de vliegtuigen mogen landen en stijgen met een satellietverbinding, dus puur op de instrumenten.  Volgens Claudine kun je ook het sprookje vergeten van de rijke zakenman die eens met zijn privévliegtuigje naar Ibiza vliegt.  Dat bestaat dus niet (meer).  Zakenlui hebben immers geen tijd om zelf voor vergunningen te zorgen, vlieglessen te volgen, genoeg vlieguren te maken om een brevet te behouden.

    In de nieuwe loods van Luxaviation kunnen 15 luxejets geparkeerd worden.  Je kunt het vergelijken met leasing.  Niet alle luxejets in de loods zijn eigendom van Luxaviation en niet alle jets zijn eigendom van zakenlui. Het werkt wederzijds.  Een zakenman die een jet bezit, kan dat “verhuren” (leasen) aan Luxaviation en omgekeerd kan Luxaviation jets verhuren aan zakenlui, met piloten, eventueel een butler etc.

    Je kunt dus hier ook een vliegtuig huren (charteren), maar de prijs zal navenant zijn.  Claudine keek een keer in onze richting, maar ik denk dat onze kas dat niet kan trekken.  We zouden het lidgeld drastisch moeten verhogen.

    Wevelgem doet ook medische vluchten, repatriëringen, donorvluchten en bestrijkt hiermee een redelijk groot gebied, tot Rijssel toe. Verder nog vrachtvliegtuigen, cargovluchten, express cargo, bv. indien in een firma de band zou stilvallen wegens gebrek aan wisselstukken, dan maakt men ook van de luchthavendiensten gebruik.

    En toen passeerde er buiten wel een leuk exemplaar, waarschijnlijk een piloot?  Ja, zei Claudine, toen ze ons zag kijken, ’t is soms de moeite, wat hier passeert 😉 Gelach alom!  En Claudine was weer van haar melk.

    Catering is ook belangrijk, aan boord, maar ook op de grond.  De ruimte waar we zaten wordt ook gebruikt voor feesten, voor walking dinners, maar dat hangt ook af van het feit dat er boven een goed restaurant uitgebaat wordt.

    Toen er een oldtimer, een oranje dubbeldekker, kwam tanken, gaf een oudgediende van de luchthaven die bij onze groep was komen zitten, maar al te graag wat uitleg over dit unieke vliegtuigje (bouwjaar ‘56).   De mens was content dat hij ook eens zijn zegje mocht doen.

    Het voordeel van Wevelgem is, dat men veel meer tijd wint.  Time is money.  De inchecktijden zijn veel korter dan in bv. Zaventem, de reistijden van bedrijf naar bedrijf eveneens.  Volgens Claudine is dat allemaal niet nodig om ginder in Zaventem 2 uur op voorhand te zijn. Ze halen immers een derde van hun inkomsten uit de parkings, een derde uit de winkels.   En ze geven u de indruk dat ze alles onder controle hebben, terwijl ze van te voren heel goed weten wie er gaat inchecken.

    Claudine gaf nog een kort overzicht over de vliegtuigen die hier landden, zoals de Airbus A319, de Boeing 737, een aantal kleinere jets en ook nog de Agusta helikopter (voorbehouden aan Willy Claes). Een aantal “beroemdheden” die hier landen, zijn o.a. de DJ’s van Tomorrowland, Cancelara, André Rieu, Andrea Bocelli, maar die vliegt natuurlijk niet zelf.

    Dan mochten we eindelijk van onze stoelen opstaan om naar buiten naar de voorzieningen van het brandweercorps en het “mooi materiaal” dat ze allemaal hebben, te gaan kijken.

    Sedert 9/11 is het ook verplicht voor iedere internationale Luchthaven om een brandweercorps te hebben, een Rescue and Fire Fighting Team.  Hier in Wevelgem is er een team van 12 mensen met 1 overste.  In de reglementen staat, dat ze permanent aanwezig moeten zijn, minstens 3 man moet er aanwezig zijn.

    Nog een bijkomend weetje, de OO op de vliegtuigen, staan voor “Oscar, Oscar”. Die letters staan ook altijd op de Belgische vliegtuigen.

    Het hoofddoel van de brandweer hier, is, dat ze binnen de 3 minuten aan de brand moeten zijn.  En heb je het vuur binnen 3 minuten niet geblust, dan mag je het vergeten, een vliegtuigbrand gaat heel snel. De brandweerwagen die we zagen bevatte 8000 liter water, 800 liter schuim en 250 kg bluspoeder.  Een luchthaven heeft ook last van vogels en konijntjes, en dan rijdt men met de Bird control unit rond om met geluiden de vogels te verjagen.

    De favoriete auto van Claudine was echter de auto met de zwart-gele vierkanten om in de winter te gaan testen of er ijs op de landingsbaan ligt.   Onvoorstelbaar, een auto die vanaf 120 km door een computer wordt overgenomen, terwijl er een vijfde wiel naar beneden gaat. En dat registreert dan met die computer of er slipgevaar is of niet.

    Vervolgens terug naar buiten waar Claudine ons nog een beetje uitleg gaf over het magnetische noorden.  De cijfers 24 en 6 die we zagen op plakkaten, betekenden 240° en 60° t.o.v. het magnetische noorden, het verschil is 180°. Dat heeft te maken heeft met de windrichting van waaruit men t.o.v. het magnetische noorden moet landen.

    Vervolgens terug via het hekken, naar de Schengenpoort in Wevelgem, waar de federale politie zijn controlepost heeft.  Er zijn 13 Schengenpoorten in België, dat zijn 6 zeehavens, 6 luchthavens en 1 treinstation, nl. Brussel Zuid.  We kregen ook een officiële begeleiding mee om de Luxavation hangar te mogen bezichtigen: 100 meter lang, 40 meter breed en 8 meter hoog, de stal waar ze hun luxepaardjes in stallen. Properder dan in uwen living!  Volgens Claudine staan er vliegtuigjes in van 30 miljoen Euro. 18.000 Euro om er eentje te charteren voor Ibiza.

    Met die flamboyante cijfers waren we aan het einde van onze rondleiding gekomen.  We bedankten Claudine heel hartelijk voor haar kundige en plezante uitleg.  Een kusje en een fotootje met één van onze schone jonge gasten, rara, waren al een hele beloning voor haar inspanning.

    Natuurlijk moesten we al die indrukken laten bezinken in de cafetaria van de nabijgelegen vliegschool.  We namen met onze 29 deelnemers bijna het volledige terras in beslag.

    Zo zie je maar, het moet niet ver zijn om een hele bende bijeen te krijgen.  Een paar habitués binnen aan de toog vroegen wat voor vereniging we eigenlijk wel waren. Eerst, niet te veel loslatend, waren we nog een socio-culturele vereniging, maar ja, waar zijn dan de vrouwen?  Toen outen we ons noodgedwongen voor de zoveelste keer opnieuw, ja, maar eigenlijk zijn we ook een holebivereniging.

    Waren de reacties enkel maar positief, misschien oprecht, misschien uit beleefdheid?   Feit is wel, dat er nog nooit zovele homo’s samen op het terras van de luchthaven van Wevelgem gezeten hebben.

    Wij hebben daar dus ook (alweer) geschiedenis geschreven 😉

Zondag 01-04-2018 : Paasontbijt

  • Reeds de 3e keer op rij mochten we bij Dirk in ’t Eiland van een uitgebreid Paasontbijt genieten.

    En het was weer dik in orde: broodjes allerhande, croissants, rozijnenbrood, koffiekoeken …. Als beleg hadden we verschillende soorten confituren, kaas, hartig beleg, spek en eiers!  Fruitsap, koffie, thee en andere drankjes…  Verder nog een fruitsalade met yoghurt…    En natuurlijk de chocolade paaseiers niet te vergeten.

    Dirk had dit keer de hulp ingeroepen van Frank en zijn lieftallige compagnon Aris. Deze kennen we nog van het restaurant Nostalgie op de Veemarkt.  Vanaf 10u werden we verwacht en een 40-tal Liever Gelijkers en aanverwanten gaven aan deze oproep gehoor.

    Het was weer het bakje overvol! Op tijd inschrijven was hier ook weer de boodschap, voor sommige laatkomers was er spijtig genoeg geen plaats meer in de herberg.

    We waren ook blij een aantal nieuwe leden van begin dit jaar weer te ontmoeten, zoals daar waren: Dominiek uit Marke, Dirk B. (eigenlijk nog een oude getrouwe uit het verre verleden van Liever Gelijk), Steven uit Ronse, Philippe uit Marke, die bijna geen enkele samenkomst overslaat.    Ook Antoine, die een paar jaar geleden nog lid was, had opnieuw de weg naar de schaapsstal teruggevonden, samen met zijn vriend Luc uit Brugge.  Pieter en Dirk uit Lovendegem, twee hartsvriendinnen van Vincent, waren eveneens van de partij.

    Moet zijn dat een holebi-vereniging zoals Liever Gelijk toch nog altijd een zekere aantrekkingskracht blijft uitoefenen.  De steen in de kikkerpoel van het voorwoord van vorige maand heeft blijkbaar een zekere beroering en onrust teweeggebracht.  We kregen verschillende mails waarin het vertrouwen in de vereniging duidelijk terug naar boven kwam en bevestigd werd.  Maar ja, af en toe moeten we wel eens even stil staan en ons bewust zijn van het feit dat niets vanzelfsprekend is en dat er ook niets zo vluchtig kan zijn als een holebivereniging.  Voorbeelden uit het verleden zijn er genoeg.

    Maar dat neemt de pret van ons samenzijn niet weg.  Ondanks het kille paasweer, was de warmte tussen de leden duidelijk te voelen.

    Zo tegen twaalven werd het tijd om aan het tweede luik van ons dagje Kortrijk te beginnen.  Béatrice, de mama van ons allerbeminde Vincent, nam ons mee op haar ontdekkingstocht doorheen een deel van Kortrijk.  Maar eerst natuurlijk de groepsfoto.  Met de historische broeltorens op de achtergrond werd ons paasevenement vereeuwigd.

    Dan begon Béatrice aan haar betoog. Ze wou zich dit keer concentreren op het Buda-eiland en buiten het centrum blijven.  Daar stond nu immers de paasfoor.

    Zij begon met de geschiedenis van de Budascoop.   De Budascoop is een bioscoopcomplex in de Kapucijnenstraat, ook wel ’t Mirakelstraatje genoemd.   Vroeger had de familie Bert (van de Kinepolisgroep) een cinema in Harelbeke.  Albert Bert breidde uit in Kortrijk door in 1975 de Pentascoop op te richten.  Een cinema met 5 zalen.

    Béatrice vermeldde, dat bij de opening van het moderne, betonnen gebouw, de Franse regisseur Tati werd uitgenodigd en dat hij bij het zien daarvan, rechtsomkeer maakte.  Zo lelijk vond hij het.  Na 1997 toen diezelfde bioscoopgroep een nieuw cinemacomplex opende op Hoog-Kortrijk, nam het bezoekersaantal van de Pentascoop geleidelijk af.  Uiteindelijk werd dit complex verkocht en werd het Buda Kunstencentrum opgericht.

    Buda Kunstencentrum ontstond in 2004, toen drie Kortrijkse vzw’s (Beeldenstorm vzw, Dans in Kortrijk vzw en Limelight vzw) gezamenlijk een nieuw project opstartten, en daar uiteindelijk ook zelf in opgingen. Twee filmzalen werden omgebouwd tot podiazalen zodat vanaf dan in het complex zowel film- als theatervoorstellingen konden gegeven worden. De filmprogrammatie focust zich nu op de betere films uit het alternatieve filmcircuit uit binnen- en buitenland.

    Ook de Tacktoren, de vroegere koeltoren van de brouwerij Tack, wordt door het Kunstencentrum gebruikt voor podiumkunsten.  Deze “Budatoren” huisvest zes studio’s voor theater en dans.  Kunstencentrum BUDA ontvangt jaarlijks 150 kunstenaars (40 gezelschappen) in residentie. In de Budatoren werken ze aan nieuwe theater- en dansvoorstellingen die jaarlijks  diverse keren op ruim honderd podia over gans Europa te zien zijn (bron Wikipedia).

    We mochten deze toren beklimmen en Béatrice kon haar begeestering niet op toen bleek dat de deur van één van de studio’s openstond.

    We hadden hier ook een heel mooi uitzicht over Kortrijk, het Buda-eiland, de verbrede Leieboorden.

    Dan terug naar beneden, naar de Budastraat waar we halt hielden aan een paar oude herenhuizen, nu eigendom van het OCMW.

    Daar werd onze aandacht even afgeleid door een niet onaantrekkelijke loper, gezwind als de wind scheerde hij langs ons groepje  😉

    Voorbij aan Maria van de 7 smarten die niet van dronkaards houdt, begaven we ons naar de binnenkoer van het Onze-Lieve-Vrouwe-hospitaal. Dit hospitaal werd gesticht in 1211 en is hiermee het oudste ziekenhuis in Kortrijk en een van de oudste ziekenhuizen van België.

    Op vraag van Danny waar de naam Buda eigenlijk vandaan komt, antwoordde Béatrice later dat de naam zou verwijzen naar de versterkte stad Buda(Pest) in Hongarije, die in 1686 op de Turken werd heroverd. Toen de Franse generaal Vauban het Kortrijkse eiland eind 17de eeuw liet versterken, vond hij dat het veel weghad van Buda in Hongarije, vandaar de bijnaam Buda.

    Béatrice vestigde ook onze aandacht op de nieuwe bruggen over de Leie.  Volgens haar zou de nieuwe voetgangersbrug die er aan gaat komen de vorm van een Q gaan hebben (een verwijzing naar Van Quickenborne). De fietsersbrug aan de andere kant heeft de vorm van een langgerekte S (een verwijzing naar Stefaan Declerck).  Of hoe politici hun macht (of tenminste het aandenken daaraan) willen vereeuwigen.  Verder naar Buda-beach, ook een vergroting van het Buda-eiland.  Aan de overkant het beeld van een blote vrouw, Moeder Aarde, de vruchtbaarheid die uit de aarde opstijgt.

    Dan verder naar de Broeltorens.   De eerste toren die we bezochten, was de jongste van de twee.  Béatrice gaf hier o.a. uitleg over de “werpgaten” die dienden om vijandelijke bestormers af te weren door er kokende olie of stenen op te gooien.  Zij liet ons daar ook een muziekperformance horen.  Ik denk dat Vincent de muziek gekozen heeft, kan ook niet anders, Céline Dion zeker?

    In de tweede werden we op de benedenverdieping verrast door een soort kleine “atomiumbol” die een keukentje en een toilet herbergde.  Boven mochten we in een kring aan tafels zitten.  Deze ruimte wordt ook verhuurd voor evenementen, recepties en feesten.  Maar op de vraag of dit ook iets voor Liever Gelijk zou zijn, denk ik toch dat we wat meer comfort gewend zijn.  Vervolgens verder naar het Begijnhof van Kortrijk waar Béatrice ons uitlegde dat Begijntjes zeker geen vrome kwezels waren, maar echte vrouwen die hun mannetje konden staan.

    Onze laatste halte was de Sint-Maartenskerk waar we in alle sereniteit de videokunst van Bill Viola mochten bewonderen, volgens Béatrice van wereldklasse.

    Om al deze indrukken eens goed te laten bezinken, trokken we voor een drankje terug naar het Begijnhof.  In het huis van de Grootjuffrouw, nu koffiehuis, werden we met open armen ontvangen.  Een deel van onze groep kon binnen plaatsnemen en voor het andere deel werden er op de koer zitbanken geïnstalleerd.

    Ooit verblijfplaats van sterke vrouwen, werd ons oog nu ook gestreeld door de aanblik van sterke manspersonen, of hoe een wereld veranderen kan 😉

    Bij een koffietje, een theetje of een warme choco, al dan niet met een stuk bananen- of frambozentaart, sloten we deze geslaagde activiteit, in alle stijl weer af.

    We willen dan ook niet nalaten om Béatrice en ook Luc H. te danken voor de zeer leuke rondleiding op en rond Buda.  Ieder van ons heeft er zeker iets van opgestoken en hopelijk bijgehouden.   Wedden, dat elke keer we weer dit eiland bezoeken, we terugdenken aan onze tocht op die Paaszondag met Béatrice en Luc.  Een dikke merci!

    Onze laatste gedachten van waardering en dank gaan ook uit naar Dirk van ‘t Eiland, die (samen met Aris en zijn partner Frank), ons opnieuw verwend heeft.  Het paasontbijt is in feite een gratuite sponsoring van Dirk om onze ledenkas te spekken.  De bijdrage van 5 euro gaat integraal naar onze kas terwijl Dirk daarboven op nog het ganse ontbijt sponsort en verzorgt.

    Van onbaatzuchtigheid gesproken!

    En om met de woorden van Dirk af te sluiten: “Nog 364 keren slapen en dan doen we opnieuw een paasontbijt!”